Uit de diepte - pagina 778

;

772 volk hier op aarde eendrachtelijk bijeen was, geschiedde er haastelijk uit den hemel een geluid, gelgk als van een ge-

het

weldigen, gedrevenen wind, en vervulde het geheele huis, waar zaten. En van hen werden gezien verdeelde tongen als van vuur, en het zat op een iegelijk van hen. En zij werden allen vervuld met den Heiligen Geest. o. Wat bleek het, dat de ladder Jakobs voor eeuwig stond opgericht; en dat duivel, hel noch wereld het opperste daarvan uit den hemel of het onderste daarvan van de aarde zou kunnen wegrukken o. Troost en vastheid voor het volk, dat bekend gemaakt wordt met hunne zonden en behoeftig wordt voor God, hongerende naar de gerechtigheid, en naar de gezij

!

meenschap met den Heere

!

God

gesproken, en het i s geschied » Drupt, gij hemelen van boven af." Maar o, daar staat tot vertroosting en verblijding van het volk nog iets bij: en dat de Ziet,

dat heeft

:

!

wolken vloeien van gerechtigheid,

o,

Wat

is

daar een milde bedeeling in uitgesproken Wat heeft een zondaar noodig, om behouden en zalig te worden? Wat hebben ze noodig, die den Heere vreezen, om tot de zalige gemeenschap met hun God te komen? o, Staat er niet: »Zion zal door recht verlost worden, en hare wederkeerenden door gerechtigheid"? Hebben zij niet noodig de gerechtigheid van Christus, beide in zijn lijden en gehoorzaamheid voor hen verworven ? Hebben zij niet noodig, dat door zijn bloed hunne zonden mogen afgewasschen worden, en zij met de gerechtigheid, die Hij betoond heeft, bekleed mogen worden? Hebben zij niet noodig, dat die God, die in genade dit zoenoffer voor hen bereidde, hun nu op grond daarvan recht doe? Hun zijn vaderlijk aangezichte toone ? Hunne zonden niet meer ge!

denke?

Hen

verlosse van hunne zielevijanden: zonde, dood Die gerechtigheid, daarin kan toch de ziele, die God vreest, alleen hare bevrediging vinden. Ziet, de verlossing van Israël uit Babel was ook reeds een daad van Gods gerechtigheid, daar Hij zijn volk in verzoening aanzag, en zijn toorn afgekeerd was, en Hij nu zyn volk deed

en duivel?

naar

o.

zijne

gelding deed. Maar toen

vredegedachten

God

en

hun

verdrukkers

later zijne belofte vervulde:

midden van hen wonen, en mijn tabernakel

wederver-

»Ik zal in het hen zijn"

zal bij

volk kwam wonen wolken, die zoo langen tijd den hemel hadden bedekt, zich op in een milden regen van gerechtigheid. Want die Geest is gekomen, om aan

toen

God de

Heilige

Geest

bij

en in

zijn

als in een heiligen tempel, toen losten de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen