Uit de diepte - pagina 241

235 anders bepaald vijandig tegenover elkander, waren door hun gemeenschappelijke vijandschap tegenover den Heere vereenigd. De hoogepriester en de Sadduceën, met nijdigheid vervuld, sloegen de handen aan de apostelen en zetten hen in de gevangenis. Anders waren de jongeren van den Gekruisten ook niet te wachten. De Heere bad het hun voorzegd, en hen daarbij gewezen op zijn eigen lot. De wereld kan ook niet anders, wijl in het booze ligt. Zij kan het licht niet verdragen, en de zij waarheid maakt licht, ja is het licht. De wereld moet tegen de waarheid strijden, haar verdrijven, indien het mogelijk ware. Het leven, dat uit de waarheid of uit God is, is haar eene ergernis dat moet zij dooden. Heeft zij dat nu bij den Heere zelf beproefd, geen wonder, dat zij het nogmaals bij de jongeren trachtte te doen. Maar ach, die dwazen Hebben zij het dan nog niet gezien en geleerd, hoe ijdel al hun pogen en woeden is ? Heeft Christus de zegels van het graf weten te verbreken; hoeveel minder zal slot en grendel zijne jongeren in den kerker besloten kunnen houden. De Verheerlijkte zendt zijn engel, die des nachts de deuren der gevangenis opent en de jongeren uitleidt. Twijfelt iemand aan de waarheid hiervan, omdat hij niet weet, hoe dit wonder is geschied, hij twijfelt dan aan de almacht Gods, en gelooft niet in Hera, die de almachtige Schepper is van hemel en aarde en de groote Wereldregeerder. En wie zich vermoeien wil met te raden naar de wijze, waarop dit wonder is geschied, hij zal het nooit met zekerheid weten, en middelerwijl onopgemerkt laten, wat hem blijvende winste zou kunnen geven. Wij voor ons verblijden ons, kinderlijk geloovende in hetgeen ons hier zoo eenvoudig wordt medegedeeld. ;

!

>De engel des Heeren opende des nachts de deuren der gevangenis, en leidde hen ui t." Hoe getrouw

is

toch de goede Herder, en hoe waarachtig!

waakt over de zijnen en is tot hunne hulpe altijd gereed. Hij is bij hen by dag en bij nacht. Hoe werden de jongeren, juist toen zij het noodig hadden, als de vijand hen had aangegrepen, gesterkt in hun vertrouwen, en daarmede in hun moed Hoe werden zij aangespoord om te volharden in de hun toevertrouwde roeping! En was het ook niet eene bemoediging voor al de getrouwen des Heeren? Is het dit niet ook nog voor ons, zoovelen wij door genade in gehoorzaamheid aan onzen Koning en Heer hebben mogen breken met de zondige banden, waardoor wij aan het ongeloof gebonden waren, zoodat wij gedurig gedrongen werden, om ter wille van traktementen, fondsen en goeHij

!

deren den Christus en zijne inzettingen verloochenen?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen