De vleeschwording des woords - pagina 51

XLVII

INLEIDING.

vraag 31, dat Christus

In

rande zijns lichaams verlost

met de eenige

//Ons

offe-

heeft./'

In vraag 35, dat de Zone Gods de ,/Ware menschelijke

natuur uit het vleesch en bloed der maagd Maria aan-

genomen Geest'',

door

heeft

opdat

hij

zij

,,

van

werkinge

de

den Heiligen

zijnen broederen in alles gelijk,

uiiyenomeii de zonde."

//door zijne onschuld en volko-

In vraag 30, dat Hij

mene

heiligheid (waarin Hij ontvangen en geboren

mijne zonde, waarin

//

is)

ontvangen en geboren ben, voor

Gods aangezicht bedekt." In vraag 37,

//dat Hij

levens

zijns

tijd

aan

lijf

en

ziele

den ganschen

op de aarde, maar inzonderheid aan

het einde zijns levens, den toorn Gods tegen de zonde

menschelijken geslachts gedragen heeft,

ganschen

des

opdat Hijmet ons

lijf

en

ons

zijn lijden,

als

met het eenige

zoenoffer,

en ziele van de eeuwige verdoemenis verloste,

Gods genade,

gerechtigheid en

eeuwige

het

leven verwierve."

En

in vraag 76, //dat het lichaam

van Christus

is //zijn

heilig lichaam."

En In

eindelijk in de Dordsciie I.

1,

//dat

alle

Canones

menschen

in

belijdt de

Adam

Kerk

:

gezondigd

hebben, en des vloeks en eeuwigen doods zijn schuldig

geworden." In

II.

3,

dat

volmaakte

en

//de

dood des Zoons Gods

offerande en

is

genoegdoening

de eenige

voor onze

zonden." In lig

II.

4,

dat de Middelaar was //een volkomen hei-

en waarachtig mensch."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen