GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Dagen van goede boodschap - pagina 16

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dagen van goede boodschap - pagina 16

I. In den kerstnacht

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

8

ER GEEN KONING ONDER Vf

IS

Zong voor den Christus Het was een jubelend

doox'.

lied.

wereld

de

zoo rijk.

zoo blijde,

lukkig,

En

dies zong

zijn

morgenzting en

Zong

men.

zijn

legioen, dat door zijn lofzang

Ware ons een photographie van

overwon.

al-

avondzulk

een eerste Gemeente bewaard, ge zoudt een kring van louter blijden, met een hoogeren glans op het gelaat, in teekening zien. Zelfs

Hun

hun

Koning,

geen huizen des geklags.

sterfhuizen waren ,/die

onder hen was", wierp over elke smart

het lichtkleed zijner eeuwige Liefde.

Nog met den

tijger in

het worstelperk, nog met den scherprechter achter zich, nog

met de vlam

om

door,

hout ontstoken, zongen

in het

den Troon weer aan

En

thans.

.

ze,

zongen

altijd

in den doodsnik gesmoorde lied ijlings voor

het

stemmen

te

misschien

.

.

in

!

het

eerste

droomleven der

bekeering, wellicht in den koesterenden gloed eener opwek-

na een eerste Avondmaal, in een ure van den gebede, soms nog een toon daarbinnen, als een nagalm van dat machtig jubelen, maar in de Gemeente een versterving van levenskracht, een verkoeling der liefde, een verstommen van het lied, een spreken van Jezus, een king, voeg er

optrekking

twisten

bij,

in

over

Jezus,

maar geen

Tabernakelen des Lichts.

gom

is

Men

wonen met Hem in de De Bruide-

treurt en klaagt.

van ons gegaan en de Bruiloftskinderen hebben zich En niet slechts dat men den Koning

verstrooid en weenen.

meer

niet ligt

nauwlijks nog met

ziet,

Hem

rekent,

maar het

machteloos uiteengeslagen, dat schier niets meer speurt, van het

alles zoo bandeloos, zoo

men van

de

hemelen

Koninkrijk nauwlijks de grenspalen meer aanwijst, en spotons

tend lied

u,

dat

:

vis er

ik een kind was, .spmA- ik ah-

man geworden

Wat

dan geen

ge zoo groot geschrei maakt, en

van weleer verwisseld hebt met geklag?

„Toen een

de wereld vragen hoort

door

Koning onder

ben,

//ed

ik offjeler/d

eei/

uw

"

kbul,

maar nu

ik

wat eens kinds was!"

der Gemeente overkwam, dat moest haar overkomen.

Juist als Hij

Koning heeft, volgt ze dien Koning, ook haar gebiedt n^ het zangerig leven van het kind, en.

wijl ze een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 150 Pagina's

Dagen van goede boodschap - pagina 16

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 150 Pagina's