GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 402

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 402

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

396 Rechter ten oordeel komen, en allen voor zijn rechtbank dagen, teneinde hun daar hun vonnis te doen hooren. Al toeft Hij dan. Hij komt toch gewis, en ieder, wie hij ook zij, zal voor Hem verschijnen en naar zijne werken geoordeeld worden. De grond dus van de hope, die Job en alle kinderen Gods voor de toekomst koesteren, ligt niet in eenigen menscb, maar in Hem, die hen verlost heeft en hun Verlosser blijft tot in eeuwigheid. Aan Hem moeten ook Gods kinderen alles gerust overlaten, ook al begrijpen zij Hem niet; vooral, wanneer de boosheid zegeviert en de Satan triumfeert aan het eind is Hij Overwinnaar, Koning en Rechter. Is deze grond der hope niet onwrikbaar vast? dige

;

n.

gehoopt en hopen met hem alle ge» En als zy na mijne huid dit doorknaagd zullen hebben, zal ik uit mijn vleesch God aanschouwen." Voor deze woorden heeft men verschillende verklaringen bedacht. Dat hier sprake zou zijn van eene verwachting voor de eeuwigheid, wordt ontkend door hen, die beweren, dat Job en de vromen des Ouden Verbonds volstrekt niets geweten hebben van een eeuwig leven na den dood. De Heere Jezus heeft deze menschen reeds weerlegd door te wijzen op het woord, dat God tot Mozes in het doornenbosch heeft gesproken: »Ik ben de God Abrahams, de God Izaks en de God Jakobs; God nu is geen God der dooden, maar der levenden, en zij leven Hem allen." Dezelfde hope der opstanding klinkt ons tegen uit den jubelzang van den stervenden Jakob: »0p uwe zaligheid wacht ik, o Heere!" Zoo spreekt het kinderlijke geloof van koning David »Ik zal wel tot hem (het kind, dat overleden was) gaan; maar hij zal tot mij niet wederkomen." [n zijne psalmen zegt David: »Maar ik zal uw aangezicht

Maar wat

loovigen toch

heeft

Job

Luistert

?

:

:

in

gerechtigheid

uw

beeld, als

aanschouwen opwaken."

,

ik zal

ik

worden met Ook de profeten

zal verzadigd

(Ps.

17

:

15).

dezelfde verwachting uit. Zoo Jesaja: »Uwe dooden leven, ook mijn dood lichaam, zij zullen opstaan; waakt op en juicht, gij, die in het stof woont! want uw dauw zal zijn als een dauw der moeskruiden en het land

spreken zullen

,

zal

de

overledenen

uitwerpen"

(Jes.

26

:

19).

Schoon

is

ook

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 402

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's