Uit de diepte - pagina 702

;

696 weten, maar gelooven; en met liet hart, dat ook het verstand omsluit, niet met het verstand alleen gelooft men ter zaligheid. Dat moet ook ons geloof zijn, dat, wat ons bezielt, wat ons drijft, wat in ons leeft, wat van onze lippen komt, wat onze gedachte is, onze liefde, wat ons leven doordringt. Welgelukzalig de mensch, die daarbij het» mijn" niet behoeft te verzwijgen; een woord, dat niet te Bethel of Mahanaïm,

maar

eerst te Pniël

wordt geleerd.

Een Jakob was Gods

uit-

verkorene; toen hij op den steen als op een peluw zijn vermoeid hoofd nedervlijde, was God op die plaats, maar hij wist het niet. »God mijner vaderen Abraham en Izak !" zoo mocht hij den Heere aanspreken maar eerst na den nacht der worsteling, toen hij God en menschen had overmocht, kon hij ;

God

God." Zoo noemt ook gij uw Koning, Koning in kerk en huis, in hart en leven, en evenmin uw God om Hem in eeuwigheid te prijzen, indien gij onbekend zijt met de worstelingen Gods; indien gij uw ouden naam nog draagt; nog niet wedergeboren zijt door den Heiligen Geest. zijn

Hem

altaar niet

noemen: in

»Israels

waarheid

uw

is

Heer,

III.

Met dat woord

Thomas een

getuigenis afgelegd voor overlevering van een Thomas-kerk .spreekt, zoo is tot ons gebracht een evangelie van Thomas, alsmede een tweede boek: de Acten van Thomas. Men had waarlijk zich die moeite kunnen besparen, waar zulk een evangelie als in deze weinige woorden ons van Thomas is bewaard en de geschiedenis, ons hier van hem door Johannes geboekt, zoo rijk aan leering is. De Heilige Schrift laat ons geen zendbrief van hem lezen; maar in dit woord heeft hij ons zooveel nagelaten, dat wij hem dadelijk zouden noemen na het drietal, dat zoowel in den hof der olijven als op den berg der verheerlijking werd gezien. Hoevele duizenden hebben wellicht bij de slingeringen van den twijfel troost gevonden in deze geschiedenis hoevelen in de donkerheid der zielen hieruit moed gegrepen en gebeden geef ook » Heere Gij hebt een Thomas gered mjj dat geloof." Hoevelen, door de ongeloovige wetenschap, ile ijdele philosophie verleid en van de eenvoudige waarheid afgedwaald, zijn wellicht tot stilstaan gedwongen door dat woord, om onder de verlichting van denzelfden Geest als Thomas neder te zinken aan Jezus' voeten, en met schuldbelijdenis te erkennen, dat Hij is de Heer der Heeren, het Woord bij God en zelf God. Zingt de psalm van het lijden des Heeren aan het einde: alle

eeuwen.

:

heeft Gelijk de

!

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen