Uit de diepte - pagina 170

164 te zegenen in Christus, als den Koning der eere, wien de kroon op het hoofd bloeit. Zeker, de berg van Gods trouw en heerlijkheid is ook voor de heidenen reeds onder het Oude Verbond vastgezet. Maar evenals pas bij het licht der dagende morgenzon de top van den berg met licht omzoomd, en allengskens de gansche berg met licht bekleed wordt, en de wegen en paden onderscheiden gezien worden; en zij die aankomen, in dat licht gekend, en met welkomst begroet worden zoo ziet de apostel, en allen, die in het licht van Gods vriendelijk aanschijn wandelen, zien dit met hem, hoe de eeuwige bergen van Gods trouw met licht en vrede ook voor de heidenen omzoomd en overdekt En hij ziet ze klaar en onderscheiden komen, door godzijn. delijk licht geleid. En hij zegent ze, en hij roept ze het »salve" toe, binnen de poorten van de stad Gods, die met lof en gejuich, ook over der heidenen lot en deel, vervuld zijn. Zeker, het tafereel der zoekende en zegenende erbarmenis Gods, ook over de heidenen, is in de schaduwen van het Oude Verbond reeds getrouw en teeder geteekend. Maar evenals eeu transparent, waarin door lijnen en kleuren het schoonste tafereel ontworpen is, eerst dan relief en diepte ontvangt, als er licht daagt op den achtergrond, zoo aanschouwt de apostel en allen, die het licht en waarheid en vrede zegenen, aanschouwen het met hem, God lof! ook tot verlichting hunner eigene hope, hoe de Herder Israels, trouw en teeder, zijn staf uitstrekt ook tot de heidenen, om hen te zegenen met weide en overvloed. En het is hem een tafereel vol licht en lof, waarbij zijn ziel juicht en jubelt, zelfs in banden en striemen, dat ook de heidenen met hem en al Gods lieve volk deel hebben in de erve zijner verkwikking, en deelgenooten zijn van zijne overvloedige beloftenissen. En als ik bij dien lof des apostels eene kantteekening mocht maken, het zou deze zijn, dat ook voor onze eigen ziel zulk een transparent van 's Heeren beloftèuissen met licht gezegend worde en dat ook wij tot de bergen zijner eeuwige trouw en vrijmachtige genade door goddelijk licht geleid, toegebracht mogen worden. Of, gelijk ik vond aangeteekend op den kant van onzen tekst in een oud handschrift: ,

;

,

»Gods genade overvloedig, ook over mij, tot verlichting en tot de zalige erkentenis der waarheid, die in Christus geopenbaard s." i

Van

dien heerlijken lof kan dan ook de apostel niet ophouden, terwijl hy in het zesde vers aldus vervolgt: namelijk (dat is: opdat ik het nog eens zegge, gelijk ik het u telkens wel zou willen herhalen) dat de heidenen zijn mede-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen