Uit de diepte - pagina 721

,

715

Door het geloof alleen worden wy met Christus vereenigd. Maar hebt gij uwe onbekwaamheid om te gelooven leeren kennen ? Hebt gy reeds leeren smeeken om een oog, waarmede gij Christus kunt zien; een hand waarmede gij Hem kunt aangrijpen een voet waarmede gy Hem kunt volgen, waar het ;

ook heen gaat? Onderzoekt u, indien gij meent, dat het oprecht geloof uw deel is, wat u vry moedigheid gaf om Christus aan te nemen Waart gy zoo gebukt onder den last uwer als uw Heiland. zonden, dat gij het voor vermetelheid hieldt, om tot Jezus te gaan, gelijk de Schrift gebiedt ? Heeft u toen Gods Woord toegesproken, dat zegt: » Wendt u naar Mij toe en wordt behouden, alle gy einden der aarde ?" Werd een woord uit de Schrift u in herinnering gebracht, waarin gij zoo volkomen uw eigen toestand terugvondt, en gaf u dit vrijheid om Jezus als Zaligmaker aan te nemen ? Er zijn zoovele uitlokkende woorden in de Schrift, die, door den Heiligen Geest in het hart gebracht, voor het

bekommerd gemoed zoeter zijn dan honigzeem die den verslagene van geest kunnen doen gelooven in de gewilligheid van den Heiland om ook den doem waardigste aan te nemen! van Satan, die u wijs Is daarna de bestrijding gekomen wilde maken, dat alles inbeelding geweest is? Zijt gij van lieverlede temidden van allerlei aanvechting eens geestes met Christus geworden ? Heeft de Heere van lieverlede een gestalte in u gekregen, d. w. z. zyt gy bevestigd in de ware kennis van Cbristus ? o, Als gij op deze vragen ontkennend moet antwoorden, staat dan naar een diepe overtuiging, dat gy niet met Jezus vereenigd zijt. Houdt zekere aandoenlijkheid niet voor overtuiging. Houdt aan in den gebede om licht in Gods getuigenis en smeekt den Heere, dat Hijzelf door zijne koorden u trekke. Stelt het u gedurig voor oogen, welk een eindeloos wee en jammer uw deel zullen zijn, indien ge zonder Borg en Middelaar voor Gods heiligen rechterstoel geroepen wordt, en dit, terwijl gij nochtans door den doop uitwendig waart afgezonderd van de wereld, die in het booze ligt. Gy, die een rechte kennis hebt van hetgeen u ontbreekt gedenkt, dat Christus juist voor dezulken heeft gesproken :» Die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen." Wat zeg ik? Hij zoekt u reeds. Zegt gij: »Maar mijne zonden zijn menigvuldi? ziet op de discipelen. ger dan de haren van mijn hoofd Waren dat heiligen, zonder vlek of rimpel ? Ons tekstverhaal leert het anders. De Geest en de bruid spreken: »Die dorst ;

heeft, kome; en die wil, levens, om nie t."

neme het water des

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen