Uit de diepte - pagina 246

240 geloovige weet ook, dat verdrukking en benauwdheid, zoowel als voorspoed en vreugde, hem toekomen van zijn liefdevollen God en Vader, die alles met wijsheid, vaderlijke zorg en liefde bestuurt, afweegt en bevorderlijk doet zijn aan den geestelijken wasdom en het eeuwig heil der zijnen. Daarom geen moed verloren, kleinmoedigen en kleingeloovigen maar integendeel nieuwen moed geschept uit den strijd, die reeds gestreden wordt en ook voor het vervolg ons nog Gestreden in des Heeren kracht, en wel bewust van w^acht uw goed recht en van de deugdelijkheid der zaak, die gij voorstaat !

!

1

De discipelen gingen tegen den morgenstond in den tempel en leerden. Zij vreesden dus nauwelijks uit den kerker waren ontslagen, niet, hoewel zij en zg hunne vijanden kenden, als die niets zouden ontzien om hen onschadelijk te maken. Doet ook gij alzoo, gij, die des Heeren zijt, en ook u zal de machteloosheid uwer vijanden blijken. Ja, dat kunnen wij hun vooraf wel reeds verzekeren, dat al hunne macht tegen den Heere en zijne waarheid machteloosheid is. Zij zullen beschaamd gemaakt worden door den Almachtige. Mocht het maar zijn tot hun eeuwige behoudenis Amen. !

Prijst

den Heer met

blijde

galmen;

mijn ziel! hebt rijke stof. 'k Zal zoo lang ik leef, mijn psalmen Vroolijk wijden aan zijn lof; 'k Zal, zoolang ik 't licht geniet, Hem verhoogen in mijn lied. Gij

de Heer, die vreemdelingen Met een wakend oog beschouwt; Weeuw en wees, in twistgedingen 't

Is

En

in

Maar Stuit

kommer, staande houdt; arm, der vromen hoop. de boozen in hun loop. zijn

Ps. 146

:

1,

6.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen