De twaalf patriarchen - pagina 24

DE PATRIARCH LEVI.

i

16

I

ten.

Dan

en worsteling komt, voegt zulk een Dienaar des

1

strijd

1

zich

dan

1

volk

in,

I

[

En

lieet

bij

=

het: //En die doet naderen/' en als het op

|

Woords

|

woelen tegen Gods

1

Edom

Moab,

en

ora

te

en af te stooten en uit te werpen wat

dan

wonderlijk,

Levieten,^'

en

zegt

het

volk

:

men

„Dat

want dat het vroeger

en niet voor hen heeft gebe-

|

i

den, en ze niet heelt gedragen voor den troon.

heeft,

[

Onder dat volk voelen de besten van

hoe de schrikkelijke

|

ook onder de bevestigde

|

niet,

i

zuurdeesem

1

Christenen

i

ze in de gemeenschap der heiligen aan

1

ten bedienen. Tot aan de lammerkens toe.

1

uit

1

I

1

Erger nog.

zit,

het

die

Clericalisme

immers ook gaven ontvingen. Gaven,

hun gave zichzelven,

die gezochten!

's

die

i

Heeren volk moes-

|

En die

toch,

ook

|

helaas, een kroontje vlochten. Zij

|

Die heilig ge-

1

Die op de lippen levenden!

roemden! Helaas,

[ 1

zonen Levi's bedwelmd

i

|

wierook die

I

[

nu onze

zijn

zelf door

die zonde heeft;

I

1

het volk voelt niet, dat het eigen schuld in

1

[

slechts kan.

|

Levi^s

zonde,

waarmee

zondigde, verderft zooveel!

hij

den liefdedienst ver-

f 1

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen