Uit de diepte - pagina 265

,

259 Vergeet daarbij niet, dat geschreven staat: »De ouderlingen ilie wel regeeren, zullen dubbele eer waardig geacht worden voornamelijk die arbeiden in het Woord en de leer." Niemand zij er onder u, die het Woord niet heilbegeerig ontvangt, niet eenvoudig gelooft, niet boven alles waardeert, niet door een wandel der gerechtigheid en der wederliefde beantwoordt. Ik kan mij voorstellen, waarde broeder Mulder, van nu aan ook mijn medegenoot in de bediening, hoe in deze oogenblikken de gedachten zich in u vermenigvuldigen en gij, tot zoo gewichtig keerpunt in uw leven gekomen, nu eens het oog terugwendt naar een niet ongezegend verleden om het dan weer te richten op een onzekere toekomst. Vrees niet, geloof alleen. Gij hebt immers uzelven niet op- of ingedrongen, gy waart tevreden in den staat, waarin de Heere u plaatste, en met den arbeid, welke Hij u te doen gaf en waarbij gij zijn hulp en gunst genieten mocht? Maar het behaagde den oversten Herder der schapen u den herdersstaf over een deel zijner kudde in handen te geven, en toen gij door zijne gemeente en mitsdien van Hem geroepen werd, mocht en kondet gij aan zijn wil niet ongehoorzaam zijn. Zij en blijve de Heere uwe sterkte. Hij geve u verstand, met Goddelijk licbt bestraald. u door zijn Heiligen Geest ia al de waarheid en Hij leide verleene u tot in lengte van dagen de kracht des lichaams, zoo noodig tot den arbeid, die u is aanbevolen. Ik betuig dan voor God en den Heere Jezus Christus, die de levenden en de dooden oordeelen zal in zijne verschijning en in zijn koninkrijk: predik het woord; houd aan tijdelijk en ontydelijk; wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en wanneer en die is nu leer. Want er zal een tijd zijn maar ketelachtig zij de gezonde leer niet zullen verdragen zijnde van gehoor, zullen zij zichzelven leeraars opgaderen naar hun eigen begeerlijkheden. En zullen hun gehoor van de waarheid afwenden en zullen zich keeren tot fabelen. Maar wees wakker in alles, lijd verdrukkingen, doe het werk gij, ook al wordt gij met dien naam niet van een evangelist meer genoemd — maak dat men van uw dienst ten volle verzekerd zij. God, onze hemelsche Vader, die zijne knechten maar wel naar de trouw niet oordeelt naar de vrucht op bg hunnen arbeid, verrasse u door zijnen zegen, tot grootraaking zijns naams en verbreiding van het rijk zijns Zoons Jezus Christus. Amen. Geliefden! Ik heb mijn oprechte wenschen voor uw kerk en uw leeraar geuit, laat ons thans samen eene bede van den apostel Paulus voor de gemeente des levenden Gods overdenken. Gij leest mijn tekst

—

—

,

—

—

—

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen