Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 369
de eerste bladzijde der tweede afscheiding
;
DE ONDERNOMEN VELDTOCHT, eenvoudiger in
en
351
natuurlijker zijn zou, rlan dat een of meer der bezwaarden
de ook ten hunnen behoeve opgestelde Memorie van rechten de verklaring
deden
opnemen,
dat
van deze verklaring alle
bezwaarden
zonder
bekende
Wijzigingen
en
dat
Overwegende
ten aanzien
tot toelichting
hunne stem uitbrachten vóór de
onderscheid
Bijvoegingen,
dan
ook
van de vierde aangevoerde
grief,
ten onrechte als kerkelijk vergrijp
dat
van het geding de overtuiging bevestigt,
hebben gesteld
solidair aansprakelijk
hebben gepleegd, en het achterblijven
dit feit niet
zij
in dezen stand
van deze
gelijk
zij
zich
daarvoor
;
is
dat het bezwaar
beschouv/d,
grief door de
bezwaarden aangevoerd wordt
dat de wijziging van Art. 41 van het aangehaalde Reglement en Instructie
hun
in
oog slechts eene onschuldige verduidelijking
1875
oi'de,
terwijl
ook van
188G zou
zijn
beschouwd
Overwegende, dat
in
van Noord-Holland September 1886
in het
;
d.d. 1 Juli
is
41 als
hare uitspraak van 24 September
bij
de beide Uitspraken van het Provinciaal Kerkbestuur
188G en van de Algemeene Synode
niet de wijziging
makende op de orde stel
de Wijzigingen en Bijvoegingen alleen Art
al
door de Algemeene Synode
verkeerd
van hetgeen
is
werd en ook geenszins inbreuk maakt op de wettelijke
bepaald
jaar
van genoemd Art. 41
beschouwd; dat
in die
d.d.
24
alleen als inbreuk
Uitspraken het geheele samen-
der Wijzigingen het onderwerp der beoordeeling uitmaakt
dat de aan-
;
dacht aan ééne daarvan in het bijzonder gewijd, het onafscheidelijk verband niet
wegneemt, waarin
dat
wel
is
tot
zij
elkander staan
;
waar geen inbreuk op de wettige orde gemaakt wordt, waar
de Commissie tot het Bestuur over de Kerkgebouwen enz. onderworpen wordt
aan
de
uitspraak
reglement
in
van
den
burgerlijken
geordenden
een
Staat
niet
rechter,
noodig
welke onderwerping is,
maar dat
bij
zeer zeker
inbreuk gemaakt wordt op de in de Kerk bestaande wettige orde van zaken,
waar een Kerheraad aan
zijn
lasthebber beveelt zich aan geen uitspraak
van het bevoegde kerkelijk gezag die
op een gegeven
te storen,
tijdstip leden des
en getrouw
te blijven
Kerkeraads waren, ook
al
aan hen,
hebben dezen
naar de uitspraak van het bevoegd kerkelijk gezag hunne betrekking verloren,
ook
al
hebben
zij
zich verzet tegen of zelfs zich geheel losgemaakt
de kerkorde en van die Reglementen, aan wier bepalingen alleen
zij
van
hunne
betrekking als kerkeraadsleden te danken hebben
Overwegende, voorbedachtelijk
dat
een
genomen
besluit,
hetwelk
dit
gevolg noodzakelijk maakt,
met het oog op het reeds gepleegd
verzet en
de lang voorbereide losmaking van den band der Reglementen,
op
niets anders
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's
![Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 369](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/het-keerpunt-in-de-jongste-geschiedenis-van-kerk-en-staat/1887/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's