De twaalf patriarchen - pagina 35

DE PATRIARCH JUDA.

31 a

§

9 8

8

En komt

het daaraan toe,

dan gebeurt

i

onherroepelijk van tweeen een.

Dan

of dat zulkeen een Jood was,

blijkt

en zijn /uc?a-adel slechts voorwendde, en dan wordt de afloop der wateren bij dezen zeer

Of ook

snel.

het

a

|

dat er echt Juda-hout

blijkt,

I a

den echten Juda-stam geschoten was, en de Jood er zich slechts als een woeker-

uit

plant omslingerde.

dat ge bijna

bij

Een

elk kind

ontzettend gevaar,

f

God bespeurt.

8

van

8

Maar geen nood: blijft

het

als

zoo

staat,

er hope.

Want dan

|

geldt het

woord: „Er waren

Juda nog goede dingen"

Chron. 12:12) en „hoewel hunlieder hand vol van schuld

in

(2

I

a

is,

Juda

worden"

zal

niet

weduwschap

in

(Jerem. 51

:

gelaten

5).

Want weduwschap

voor de ziel, dat is Juda de Godlover door den Jood die in hem opwoelde, wierd afgesneden van de gemeenschap met zijnen God. het, als

|

1 |

8 8

8

8

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen