Uit de diepte - pagina 388
382
En dat nu niet alles opeens. Maar dat is een aangevangen en een voortgezet werk van den Heere. Daar blijft altijd nog gedurig droesem over, om de overbrenging van het eene vat in het andere al weder noodzakelijk te maken. Het is maar een gedurig afbreken bij onszelven; een voortgaande ontdekking; in dien zin in waarheid een minder worden. Een wegnemen van gebroken rietstaven die alleen de hand kunnen doorboren, maar niet zullen kunnen steunen in 't dal der schaduwe des doods. Zoo maakt de Heere een volk, dat roept: »Wij zijn als een onreine ;" zoo ontbloot en ontkleedt Hij zoo maakt Hij een arm en ellendig volk, om alleen op zijn naam te betrouwen. Zoo vergadert Hij eene gemeente, die zalig wordt, haar leidende tot de volheid der genade Christi, en haar begavende ,
;
met het zaligmakend geloove. En dewijl dat nu een werk Gods is, waarbij de zonde gedood wordt, en de oude mensch afgebroken; een werk Gods, waarbij Hij, tegen den wil van onze verdorven natuur, met ons handelt; een werk Gods, dat vaak uitgewrocht wordt in wegen van teleurstelling, vei'nedering en
—
wordt het wel terecht vergeleken bij een geledigd worden van vat in vat. Als de Heere smartelijke wegen met zijne kindereu houdt, en Hy mengt er zijne genade in dan wordt het vaak zulk een geledigd worden van vat in vat. Treffelijke zaak, waarover zij eeuwig den Heere zullen prijzen o. Zondaar! zoek toch uwe zaligheid daarin, dat ge van uw droesem moogt afgebracht worden, opdat ge Christus moogt gewinnen, o. Gij die den Heere leert vreezen zoekt zielestrijd
—
!
,
toch
alles
schade
en
drek te achten,
,
om
de uitnemendheid
zijner kennnisse.
Nog een bezwarende zaak voor Moab gewandeld in gevangenis. Wat !
Hij
heeft niet
beteekent dat ? Dat beteekent eenvoudig, dat Moab nooit als Israël gevankelijk is weggevoerd; maar altijd veilig op zijne bergen en in zijne vlakten gewoond heeft. Van vijanden nooit last gehad heeft. Moab was een stad des hoogen vertreks. Moab heeft nooit banden gevoeld. Was dat dan zoo kwaad voor Moab? Ja, dat was kwaad want in dien toestand is Moabs hoovaardij zoo gegroeid. Het was niet aangenaam voor Israël, als ze daar aan de rivieren van Babel, zoo ze al hunne harpen eens van de wilgen namen, zougen: s-Hoe zouden wij een lied des Heeren zingen in een vreemd land ? Indien ik u vei'gete, o Jeruzalem !...." Maar het was nog oneindig veel beter dan de hoovaardij van Moab, die geene banden kende. ;
Hij is
heeft niet gewandeld in gevangenis;
niet gegaan in banden.
hij
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's