GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 469

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 469

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

463 die in uw stilzwijgen nog eene vroomheid wilt zien. Brenge het u tot de bede nHeere! open mijne lippen!" En gij, die het bekennen moogt: nik wordt verteerd door stilzwijgen;" zonder de getuigenis voor zijn naam geen vrede voor mijne ziele"; o. Hij die almachtig is en getrouw, maakt niet beschaamd, wie op Hem hopen. Hij verheerlijke zijne genade aan u; zijne genade, die genoeg is; zoo zult gij spreken en niet zwijgen. Zij

het u tot ontdekking,

bijzondei'e

:

IV.

nEn de herders keerden wederom, verheerlijkende en prijzende God over alles, wat zij gehoord en gezien hadden, gelijk tot hen ge-

sproken wa s." Zij

keeren terug naar hunne kudden, het hart vervuld met

blijdschap en zaligheid.

Ook dit is een Of zijn er niet,

wonder van genade.

die Immanuel zochten en vonden, die Hem voor de menschen maar die toch niet in de blijdschap leven; aan wie de roem der hope is ontvlucht? Kunnen

belijden

discipelen des

;

Heeren niet vele malen Kerstfeest vieren; kan

de Kerk niet vele malen van de kribbe terugkeeren, zonder dat waarlijk het hoofd omhoog gestoken wordt in de gewisheid: nWij zullen de eerkroon dragen"? Zal de vrucht der genade niet slechts aan ons gezien en gehoord worden, maar in ons terugkeeren, dan moet het worden: «Keer, mijne ziel! tot uwe ruste weder; gij zijt verlost. God heeft u welgedaan!" Dan moet het aangezicht des Heeren in onze zielen schijnen, ook als wij weer in het donkere veld bij de kudde moeten vernachten. Dan moeten wij, door het geloof levende, in Immanuel, die de weg is, den hemel geopend zien ook als hij zwart is. Dan moeten wij ook al klaagt onze conscientie ons aan als gerechtvaardigden vrede bij God hebben. Dan moet het worden: «Ik ben verzekerd, dat geen schepsel mij zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, mijnen Heere !" Dan gaat onze ziele met Simeon uit: «Nu laat Gij, Heere! uwen dienstknecht gaan in vrede, naar uw Woord; want mijne oogen hebben uwe zaligheid gezien!" Wie zal daar zichzelven, wie zal daar den broeder of de zuster brengen? 't Is onmogelijk bij de menschen. Maar Immanuel, God, geopenbaard in het vleesch, brengt ,

,

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 469

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's