De twaalf patriarchen - pagina 68

Illlllllllllllllllllllllllll)lllllllllllllll:lll>llllllllllllllllillllilllll>lilllll>lllilllllll<l:l>l>lllll'"l<l"'l'l lil<lil:l'iililllilil llll.lilllllllllllllllililllililil'l

XI.

DE PATRIARCH JOZEF. Een vruchtbare tak aan een

fontein.

Gen. 49:

22.

Eerst Jozef en

l

hierbij trekt het terstond de aandacht,

\

dat toch Rachel eigenlijk de vrouw van Jacobs keuze was;

1

Thans resten nog Rachels eigen zonen.

En

dan Benjamin.

Lea

Lea hem veeleer tegen

wierd opge-

[

drongen door den ijverzuchtigen Laban; en dat desniettemin

I

van God geze-

i

niet;

en

Lea,

gende

dat

niet

Rachel,

in haar kinderen, de

is.

i

Toen Laban aan Jacob merken

hem

zijn zin

liet,

dat

genegen was,

hij

ééne van zijne twee dochters te geven, zag Jacob dat

Lea leepoogig was, maar Rachel een schoone jongedochter, of zooals er in Gen.

dere oogen,

29: 17

„Lea had

\

i

!

tee-

;

maar Rachel was schoon van gedaante en schoon

\

van aangezicht.'^

letterlijk staat:

Dit nu boeide Jacob.

lllltlllllllllllllillllillllll

lillil'lllil

I

•

I

lil I

I

lllilllil

I

I

!

Op I

I

dat uitwendig

II II

I

liiii

I

IJII

I

1

llilii

I

\

illlllllll^

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen