Uit de diepte - pagina 156

150 en hebben hunne lange kleederen wit des Lams." (Openb. 7 12, 14) Is alzoo de dank en de roem van Paulus »Wij dan, gerechtvaardigd zijnde door het geloof," voor de gansche kerk gesproken, en heeft de Heere in den naam Jeschurun zelf daarop het Amen gesproken, kan dan nog iets achtergebleven, iets te wenschen, te begeeren overig zijn? Zonder Denzelfden apostel hooren wij getaigen, dat hij twijfel Gel. zijne leden uitstrekte naar het wit tot den prijs der roeping Gods. Dezelfde apostel is zoo rijk in vermaningen aan de Christenen om den goeden strijd te strijden, om op te wassen in den Heere. Neen! het kan ons niet genoeg zijn, dat wij uit de rechtszaal Gods vrij kunnen uitgaan daarmede is de zaligheid nog niet in het harte gedaald. Eom. 8 29 en 30 geeft ons den keten des heils maar die tot de x'echtvaardigmaking gekomen is, heeft nog niet den laatsten schakel van dien keten bereikt. Op het: » Die Hij gerechtvaardigd heeft", volgt: Dezen heeft Hij ook verheerlykt." Geen vreeze! de Heere zal die belofte vervullen; maar toch, zij moet tot hare vervulling komen. Wij staan niet slechts aan Sinaï's voet maar ook op Golgotha's hoogte; wij staan niet alleen tegenover de wet, maar wij hebben ons ook genade hooren verkondigen. Wij hebben niet alleen te doen met God als Rechter, Hij werd ons ook onder den Vadernaam gepredikt. Het is ons daarom niet genoeg van den vloek vry te worden, wij hebben begeerte om te getuigen van de eeuwige liefde Gods. Wat zou het ons baten van het gericht te worden vrijgesproken, waar de ziele haakt, om te liggen in Vaderarmen? Met de aanneming van Christus, n-et het gelooven in zijnen naam, valt de rechtvaardiging samen maar de heilige Johannes schrijft reeds in den proloog van zijn Evangelie: » Zoo velen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven, kindei-en Gods te worden." Op dat kleederen

gemaakt

gewasschen

in het bloed

:

:

,

!

;

:

,

j>

,

,

laatste woord: »te worden", moet gelet. Zij zijn tot den toestand gebracht, waaruit dat kind-zijn voortvloeien moet; het zaad, het begin van dien zegen is in hen gelegd maar toch, het moet nog worden, en de gerechtvaardigde in Chi'istus heeft het recht gekregen om van den Vader te vragen eene plaats in zijn hart en in zijn huis. Juist bij het opklimmen tot dat kindschap wordt het schuldgevoel inplaats van uitgewischt, steeds dieper. Hoe meer de liefde Gods wordt gevoeld, des te pijnlijker wordt het tegen Hem te hebben gezondigd. Nog voor een Agrippa hoort gij den droeven toon van een Paulus, die eenmaal de gemeente Gods heeft vervolgd. Hoe meer men zoon of dochter wordt des te meer wordt ;

,

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen