Uit de diepte - pagina 60

54 Dit is duidelijk uit hetgeen volgt. Zachéüs is klein van hij persoon tracht aan zijn verlangen te voldoen, doch het mag hem niet gelukken. De schare heeft zich zóo dicht om den Heere opgehoopt, dat het Zachéüs ondoenlijk is er tusschendoor te dringen en om de geringheid van zijne statuur is het hem niet mogelyk uit de verte den Heere te zien. Toch kan hij niet onvoldaan huiswaarts keeren; daarvoor is zijn verlangen te sterk; ook kan hij met zijn rijkdom het zoozeer verlangde zich niet verschaffen; wat zal hij doen? Ware hy een bijzonder geliefd persoon geweest, dan zou menigeen wellicht zijn uitgeweken voor dezen belangstellende maar ziet, zijn ambt maakte hem gehaat, het volk achtte hem niet, want hij was een overste der tollenaren. Bijna is hij ten einde raad, doch de brandende begeerte om Jezus te zien laat hem geen rust. Velen zouden bij zichzelven zeggen: »Ik heb mij beijverd, doch het is mij niet mogen gelukken aan mijne begeerte te voldoen; ik ga terug." Zoo evenwel denkt Zachéüs er niet over. Hij moet Jezus zien, het koste wat het koste het ga zoo het wil. Misschien valt zijn oog op een boom, groeiende en groenende langs den weg, welken Jezus gaat; tenminste, hij bedenkt zich, staat in gedachte een oogenblik stil, en zijn besluit is genomen. IJlings snelt hij de zich voortbewegende schare vooruit en klimt, zoo spoedig hem zulks doenIgk is, in een wilden vijgeboom, om van uit diens breedgebladerde takken Jezus rustig te kunnen gadeslaan. Rustig, zeggen wij doch wellicht mocht hem dit niet gebeuren. Het valt immers niet te betwijfelen of de menigte heeft zich met of over den overste der tollenaren vroolyk gemaakt. Of Zachéüs bij zijn snelle vinding dit niet heeft bedacht, wie kan zulks van hem aannemen ? Liever gelooven wij, dat hij zich om die bespotting niet heeft bekommerd hij laat zich tenminste door de vrees van deze niet terughouden, om aan zijn verlangen te voldoen. ;

,

,

,

—

;

,

;

II.

Zachéüs oogenblik •den

Heere

Eindelijk

heeft

zich

den

in

tot

oogenblik

ziet

naderkomen.

is

het

stijgt

zoover,

dat

vygeboom zijne

de

nedergezet en van

belangstelling,

wijl hij

Heere komt omtrent de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen