GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 356

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 356

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

350 Jakob had de beloften Gods wel medegenomen uit zijns vaders om zyne zonde was hij daar echter uit verdreven. En zoo is het nu ook met ons. Uit het huis der vaderen zijn wij verdreven; de plaats, waar onze gereformeerde voorhuis;

ouders samenkwamen staat niet tot onze beschikking. Dit een rechtvaardig oordeel Gods over onzer vadereu en onze zonden. Wij hebben het rustig aangezien, dat de heiligheden des Heeren in het slijk vertreden werden. Jarenlang hebben wij ons gebogen voor de antichristelijke macht der Synode. Zou het niet rechtvaardig zijn, indien de Heere ons aan onszelven overliet? Zeer zeker. Maar in deze gemeente heeft God in zijn toorn nog des ontfermens gedacht. Wie zou beschuldiging hebben kunnen inbrengen tegen den Heere, indien Hij zijne kerk aan deze plaats geheel in de wereld had laten opgaan ? Bij de eerste reformatie waarbij Gods volk bevrijd werd van de Eoomsche hiërarchie, konden de belijders van den Christus soms enkel in de open lucht vergaderen, dikwijls beducht, dat straks wolven zouden invliegen op de schapen van den goeden Herder. Welk een voorrecht, dat we nu mogen samenkomen, terwijl de tortelduif niet behoeft te vreezen voor het wild gedierte! Toch hebben we daaraan niet genoeg, nu het leven van de gemeente dezer plaats zich krachtiger dan tevoren kan openbaren. Het is te vreezen, dat de vijandschap der wereld zal toenemen dat Satan zal rondgaan als een brieschende leeuw; de voorteekenen zijn daarvan reeds te zien. Kunnen wij het doen met hetgeen God ons deed ondervinden in den tyd, die achter ons ligt? Evenmin als Jakob zich kon troosten met de openbaring van Gods trouwe, tevoren aan hem geschied. Hij had wel iets en toch hem ontbrak nog iets. ,

is

,

;

,

Het

nacht geworden Jakob blijft alleen over in de tent, vrouwen en kinderen reeds zyn overgezet. Hij heeft behoefte om Gods aangezicht te zoeken. Nauwelijks ligt hij op zijne knieën, of een man, in heerlijken lichtglans gehuld, treedt binnen. Aanstonds heeft hij den Zoon Gods herkend, »want hij weende en smeekte Hem zeer," lezen wij bij Hosea. Jakob had veel genade ontvangen, maar hem ontbrak van al hetgeen God hem beloofde de toepassing; d. w. z. hy had is

;

nadat

er de vrucht niet van. Niettegenstaande de verschijning te Luz, waar de Middelaar zich in de hemelladder aan hem had geopenbaard trots de vertroosting te Paddan- Aram was Jakob nog steeds Jakob, d. i. de » listige verzenenva 1 1 e r" gebleven. Hij wist: God had hem zijne zonden vergeven, en toch wist hij het eigenlijk niet. Hij was zich bewust, dat de Heere een verbond met hem opgericht en hem ;

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 356

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's