De twaalf patriarchen - pagina 67

III

DE

|t|'ll|:Kl:|i|lli|i|:l!l

I

Kil

Px\TlirARCH ZEBULON.

Dat maakt den mensch

klein en

God zoo

groot, en dan

waagt men het op den Eenige.

En

nu,

die

dappere stam van Zebiilon,

is

toch één der

omdat

eersten voor de troepen van Nebucadnezar bezweken, ze een der eersten aangevallen wierd.

Toen wierd het donker

in

dalen, en zat het

Zebulons

volk er in de duisternis.

Maar geen nood, zoo ge

kan ook

leeft,

maar, daar weerklinkt de profetie: //Het volk van

Hoor Zebulon 8

genade

donkerheid het licht weer dagen.

uit die

(Jes.

uit vrije

dat in de duisternis

23 en 9

:

:

zal een groot licht

zit,

zien'"'

1).

En dat licht is in Want in Zebulon

Zebulon gezien.

.

lag

Nazareth, waar onze Heiland de

langste jaren zijns levens doorbracht.

En

Zebulon

in

lag

Kana, waar Hij het water in wijn

veranderde.

En

toen die heerlijke kracht in en van Nazareth openbaar

werd, toen, zoo merkt de Evangelist ons op,

van het (Matth. 4

licht :

om

te

kunnen

zien

is

de profetie

aan Zebulon vervuld.

13 en 15).

I

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

1

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen