Uit de diepte - pagina 436

430 den mensch, verdorven mensch, den vervloekten mensch tegen wien zijn eigen toorn als een brandende oven uitging den mensch, die voor God verdoemelijk was, zgn eigen eeuwige heerlijkheid en zaligheid te geven. Daartoe kwam Hij, zich vernederende in de aanneming des vleesches. Daartoe kwam Hij en daalde in de diepste diepte van dat vleeseh. Daartoe verkoos Hijzelf in het vleeseh de vervloekte voor hen te zijn; een vloek voor hen te worden; het oordeel der hun doem uit te drinken. hel in hunne plaats te ondergaan 7. o, Wonder van eeuwige ontferming! Kind in de kribbe! Immanuel, God met ons! o Diepte! waar is uw grond? God, geopenbaard in het vleeseh! Wie kan den bodem vinden? Wat heeft u bewogen o Immanuel, o aanbiddelijke ;

;

;

God? Het Kind in de kribbe is het Wonder Gods! Want het is de openbaring van het eeuwig ondoorgrondelijk welbehagen des Volzaligen. Hier openbaart zich het Eeuwige Wezen in al zijne deugden, die onpeilbaar, ondoorgrondelijk, aanbiddelijk zijn. Hier openbaart zich zijn verbond, zijn besluit, zijn raad, zijn voornemen, zijn welbehagen! Ondoorgrondelijke barmhartigheden! Vrij e verkiezende liefde!

Wonderwezen Gods

!

no Diepten des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennisse Gods hoe ondoorzoekelijk zijn zijne oordeelen en onnaspeurWant wie heeft den zin des Heeren gelijk zijne wegen! !

kend? Of wie

«Hem

zjj

is

zijn

raadsman geweest?"

de heerlijkheid in der eeuwigheid."

zij de groote Koning! Wij zegenen U al tezaam !" Mijne hoorders! Is er een onder u, die niet knielt, maar schouderophalend spreekt: nDie onnoozele Gemeente! die onnoozele Gereformeerden ik ben te verstandig, om te gelooven, dat wonderen mogelijk zijn !" Wij moeten hem antwoorden Gy nGij zijt er te dwaas voor gij zijt er te blind voor staart u blind op uw eigen grootheid, op de grootheid des vleesches, en kunt daarom de grootheid Gods niet aanschouwen." Daar zijn er, die zeggen, het Wonder in de kribbe te aanvaarden maar die het metterdaad verwerpen. Die Hem belijden als Een, die gekomen is voor braven, voor godsdienstigen, voor lieve menschen, voor heilbegeerige menschen; voor menschen, in wie een goed beginsel ligt; voor gewillige menschen. Die in het Kind, dat geboren wierd, een tegemoetkomende genade, een vergevende genade, een helpende genade, een voorwaardelijke genade omhelzen.

nGezegend

!

:

!

;

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen