Uit de diepte - pagina 186

180 van

maken,

goddeloosheid doen, gebouwd worden. beteekent hier: gedijen, goeden voortgang hebben. Zoo zegt de Spreukendichter » Door wijsheid wordt het huis, d. i. het huisgezin, gebouwd en door verstandigheid bevestigd." Die openbaar de goddeloosheid najagen worden soms met rijkdom en eer begiftigd; die allen godsdienst verloochenen, worden in het oog der wereld mannen van beteekenis. Als men met God en zijn dienst geheel gebroken heeft, wordt u de lof der wereld op het hoogst toegezwaaid. En nu besluit het zondig Israël dan maar liever den dienst des Heeren ook voor het uitwendige op te geven! Het is, meent men, de weg om tot rijkdom en eer te geraken en daar is het eindelijk den mensch van nature om te doen. Men voegt er nog bij: »Er zijn er zelfs, die den Heere verzoeken, en ontkomen." Het verzoeken des Heeren is hier het misbruik maken van Gods lankmoedigheid in het dragen van den zondaar. Men daagt, als het ware den Heere uit met zijne gerichten te komen wijl men er geen geloof aan slaat. En toch zij ontkomen nog, d. w. z. zij blijven dikwerf van onheilen en ellende bevrijd, zij blyven zonder uitwendige tijdelyke straffen. Zij ontkomen aan menig gevaar waardoor het kind Gods dat,

die

Gebouwd worden

:

,

,

,

,

,

soms wordt getroffen Nu neemt het zondig volk weder de weegschaal ter hand. In de eene schaal lag alles wat naar hunne berekening de dienst des Heeren gaf, en wat het waarnemen van de wacht des Heeren en het vasten voor het aangezicht des Heeren aan aardsche voordeelen verschafte. In de andere schaal kwam nu die gelukzaligheid van de hoogmoedigen; dat gebouwd worden van die de goddeloosheid doen; dat ontkomen van hen, die zelfs Gods lankmoedigheid door hunne terging verzochten en dan waren de voordeelen der wereld zoo!

,

veel

meer,

dat

de schaal aanmerkelijk naar de laatste zijde

oversloeg.

Naar hunne berekening, En

zeiden

we zooeven.

hoewel op het oog zuiver naar de uitkomsten berekend, was toch verkeerd. Men rekent alleen met menschelijke factoren. Men gaat van de stelling uit: «Naarmate men uitwendig godsdienstig is moet God naar verdienste ook rijke belooning geven in dit leven." Dwaze mensch! Alsof men er den Heere een groot genoegen mede deed. Hem in schijn te dienen, en daarom den Heere aan zich verplicht had! die berekening,

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen