Uit de diepte - pagina 764

e:

758 Jezus bepaalde de aandacht dezer beide discipelen bij hetgeen van Hem geschreven is daaraan hadden zij behoefte. Het is goed, dat het hart gesterkt worde door genade; door de kennis der waarheid, die naar de godzaligheid is. Van Christus is geschreven (Gen. 3: 15). x.En Ik zal vijandschap zetten tusschen u en deze vrouw, en tusschen uw zaad en tusschen haar zaad; datzelve zal u den kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen." Van Hem staat er (Gen. 22 18): »En in uw zaad zullen gezegend worden alle volken der aarde." Men zie Gal. 3 16. Op Hem vestigde Jakob het oog (Gen. 49 lö): »De schepter zal van Juda niet wijken, noch de wetgever van tusschen zijne voeten, totdat Silo komt, en denzelven zullen de volken gehoorzaam zijn." Mozes maakte Hem den volke als profeet bekend (Deut. 18 15) » Eenen profeet, uit het midden van u, uit uwe broederen, gelijk mij, zal u de Heere, uw God, verwekken: naar Hem zult gij hooren." David geeft van Hem getuigenis in zijne majesteit en heei'lijkheid als den door den Vader gezalfden Koning; in zijn lijden en sterven; in zyne opstanding, hemelvaart en zitten aan 's Vaders rechterhand. (Zie Ps. 2:8; 16; 22; 40; 41; 45; 47; 68; 69 72; 110; 118 132, enz.). Jesaja noemt Hem ons als den Immanuel, God met ons; als het Kind ons geboren; als den Zoon ons gegeven, en de heerschappij is op en men noemt zijn naam Wonderlyk, Raad, zijn schouder; Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst; als het Rij sj uit den afgehouwen tronk van Isaï; als een wortel uit een dorre aarde, die als een lam ter slachting werd geleid. Jeremia maakt Hem ons bekend als den Heere onze gerechtigheid, Daniël getuigt van den gewelddadigen dood, dien de Messias moest sterven. En waar zouden we eindigen, zoo we u al de stemmen der profeten lieten hooren? Zoo we u zouden wijzen op den ganschen schaduwdienst? Gij zult het ons toestemmen, geliefden! dat de lijdende en verheerlijkte Christus het middelpunt is van geheel de Heilige Schrift. De Heilige Schrift moet dan den armen, onwijzen en blinden zondaar uitgelegd worden, en dit viel den Emmaüsgangers ten deel. o. Welk een onuitsprekelijke genade werd hun door den barmhartigen en medelijdenden Hoogepriester onzer belijdenis betoond! Ziet hier dan de ontferming en teederheid van den hemelschen Leeraar. Bij dat onderwijs opende Christus het hart. Hij deed de waarheid verstaan, en deze maakte hen vry van ongeloof, twijfel en vrees. Verstand met Goddelijk licht bestraald hebben wij noodig. De hemelsche Leeraar onderwijst met veel geduld met veel zachtmoedigheid en onbegrijpelijke teederheid. Hij geeft zijn ;

:

:

:

:

;

;

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen