Uit de diepte - pagina 610

604 des Woords terug tot de Schriftuurlijke roethode van prediking; terug tot de taal des v e r b o n d s. Alle profeten, en niet minder alle apostelen hebben die taal gesproken. Lees den aanhef van Paulus' brieven, Petrus' redevoeringen, 't Luidt altijd tot de gemeente, die hier of daar is: een uitverkoren geslacht een koninklyk geroepen heiligen priesterdom de hoorders zijn den spreker kinderen des verbonds geliefden in Christus Jezus. Zoo ook heeft de bedienaar des Woords, die tot de gemeente spreekt voor zich te zien de kudde van den goeden Herder, die hij heeft te weiden in de grazige velden der Heilige Schriftuur; als tot schapen spreke hij, maar vergete niet, dat zg van nature allen dwalende schapen zijn, die den Herder ontzwierven en verloren liggen in de woestijn, maar nog worden opgezocht en zich hebben te laten vinden nu voortaan te volgen, des Heeren stem te hooren. Hij die de lammerkens in zijne armen vergadert en in zijn schoot draagt, wendt zgnè hand tot de kleinen heelt het gebrokene, reinigt het bezoedelde; verkwikt het getrouwe; is alles voor zijne kudde. Gemeente des Heeren! als gij zondigt, zondigt ge zoo zwaar, omdat ge uw Herder krenkt, die u kocht met zijn bloed en u vergadert door zijn Geest en Woord; die voor u koninklijk zorgt en priesterlijk bidt. Welk een zonde hebben wij gedaan met te dulden, dat tuszich schen dien Herder en ons, zijne kudde, een indrong, die ons overheerschte, en door zijne inzettingen krachteloos maakte het bevel van den Herder, die zijn leven gezet heeft voor die kudde w ij o, Kudde Christi hier past het ook u te spreken ;

;

;

;

:

;

;

vreemde

!

.

.

.

.

!

:

liggen in onze schaamte en onze schande overdekt ons; wij hebben tegen den Heere onzen God gezondigd; wij en onze vaderen van onze jeugd aan tot op dezen dag; en wij zijn der stem des Heeren onzes Gods niet gehoorzaam geweest! Wat genade, dat Hij sprak Keert weder, gij afkeerige kinderen, Ik zal uwe afkeeringen genezen en wg mochten antwoorden: Zie hier zijn wij, wij komen tot D, want Gij zijt de Heere, onze God! :

En

Heere nu dan doet Hij

wil de

zijne

kudde onder de roede doen door-

om

zijne schaapjes te tellen en te legeren in een veiligen stal. Laat ons, gemeente, die u bekeerdet van de onderworpenheid der schijnmachten die heerschten in de kerk, door den Zoon bevrijd, o, laat ons toch diep, diep beseffen het zware

gaan

,

dit

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen