Uit de diepte - pagina 678

672 schenhand aan 's Heeren lijden heeft toegevoegd. Een David, die ook het bittere van deze ervaring in zijn leven had had haar reeds als, zoodanig beschreven in zijn doorgemaakt ,

Zelfs de man mynsvredes, op welken ik vertrouwde, die mijn brood at, heeft de verzenen tegen mij grootelijks verheven.

lied

:

In dien meer algemeenen zin van aanduiding van het verraad, en niet van den persoon des verraders, moet dit woord, door Mattheus ons geboekt, verstaan. Dat blijkt uit de straks De aanduiding van ik het, volgende vraag: den verrader verhaalt ons de vierde Evangelist, hfdst. 18 26, als hij ons meldt, dat op de stille vraag van den discipel, die aanlag in den schoot van Jezus, de Heere werkelyk eene bete indoopte en overreikte aan Judas, Simons zoon, Iskariot. Eén der discipelen althans moest weten, dat tot zelfs den naam van den verrader Hem bekend was; en die ééne moest zijn de latere Evangelist. Ook hierbij geldt de regel Eer het ge-

Ben

Heere?

:

:

schied is, hebik het u gezegd, opdat, wanneer het geschied zal zyn, gij gelooven moogt, dat Ik het ben. de vingerwijzing, geliefden? Verstaan wij, dat Heere zijner Kerk van alle eeuwen een voorbeeld heeft gegeven, dat baar tot regel zij in haar gedrag het beoordeelen van wie tot haar als rechte leden moeten bij worden gerekend. Als maatstaf ter beoordeeling mag alleen genomen, wat in woord en wandel van het innerlijk leven zich openbaarde naar buiten. Dat, dat alléén, en niet eene gissing, een indruk van wie beoordeelen zal, al is die nog zoo levendig, misschien, naar van achteren blijkt, ook nog zoo juist, mag als grondslag genomen, om daarnaar eens menschen staat op te maken voor den Heere. Hier hebben wij immers een voorbeeld van Hem, die wel anders had kunnen handelen. Hij weet, wat er in Judas omgaat en wat Judas straks zal bestaan; niet maar door gissing of vermoeden, maar met ontwyfelbare zekerheid. En toch wordt

Verstaan

in

wij

die handelwijze de

geen ander middel aangewend om hem af te houden van den disch, dan het gebruik van het Woord, dat hem moet ontdekken aan de zondigheid van zijn bestaan en nopen om zichzelven te kennen, gelijk hij is. Hoe vaak doolde menigDat het opgemerkt ware en werd een niet af op een ander spoor Eene gemeente van heiligen Dies zou te verzamelen was immers zoo vaak het streven. men onderzoeken, of wezenlijk ook in de verborgen roerselen des harten de levenvernieuwende werking des Geestes was geschied! Maar telkens bedrogen kwam men uit. Zóo moest men !

!

.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen