Uit de diepte - pagina 220

::

Geliefden! In de geschiedenis van Noach in de ark vinden een treffend beeld van lederen doodschuldigen zondaar, die ten leven komt en behouden wordt. Van Noachs tijdgenooten toch lezen wij, dat zij allen door de wateren des doods werden verzwolgen, maar van hem en de zijnen wordt ons gemeld, dat zy zijn behouden en gered in de arke. Allen en dus pok Noach hadden, naar het getuigenis der Schrift, als Gods gerechte straf den dood over zich gebracht door hun eigene zonden. De oorzaak, waarom Noach die straf niet onderging, maar integendeel aan den dood ontkwam, lag dus niet in zyn werk, niet in zijne gerechtigheid. Waarom werd hij dan behouden, waar al de anderen onder het verderf besloten lagen ? Wij moeten daarop antwoorden De reden van zijn behoud lag niet in hem maar eenig en alleen in God, in 's Heeren genade. Zoo toch lezen wij in 's Heeren Woord: »En Noach vond genade in de oogen des Heeren." Uit genade dus is hij aan het verderf des doods ontrukt en behouden geworden, en dat wel door het geloof. Door het geloof, want zoo lezen wij van hem in den brief aan de Hebreen, waar hij in het elfde hoofdstuk staat in de rij van de helden des geloofs. Daar toch heet het van hem *Door het geloof heeft Noach, door goddelijke aanspraak vermaand zijnde, de ark toebereid tot zijns huisgezins behoudenis." Door het geloof dus greep hij het middel ter behoudenis aan, dat de Heere hem schonk. Wel kan dus van Noach gezegd: Hij is uit genade behouden door het geloof en dat was een gave Gods. Welnu gelijk het Noach ging in betrekking tot dit tijdelijk leven, zoo gaat het elk kind Gods in betrekking tot zijn geestelijk leven. Geldt het in de Schrift reeds van Noachs tijdelijk behoud: uit genade door het geloof; dit geldt in nog veel hooger mate van het eeuwig, het geestelijk behoud des zondaars. Waar wij naar luid van Gods getuigenis van nature allen onder den geestelijken dood besloten liggen, daar heet het in de Schrift, dat wij alleen uit genade door het geloof tot het geestelijk leven kunnen komen; daar is het de getuigenis des Heiligen Geestes, dat het geloof, waardoor wij dat geestelijk leven deelachtig worden, een

wij

,

gave

is

Komt,

van Gods hand. spreken

wij

over dat geestelijk levend worden, dat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen