Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 368

;

ONDERNOMEN VELDTOCHT.

r>E

350

als

vooi'stelt

schorsing

eene

het eerste

bij

maatregel van veiligheid door het Classicaal Be-

als zelfstandige

onderzoek

instructie, terwijl

48 van het Reglement, reeds

in werkelijkheid volgens Art.

zij

vau de geëindigde

resultaat

stuur genomen kon worden, zoodat ook de tweede grief ongegrond

Overwegende ten aanzien van de derde aangevoerde

is

;

volgeus welke

grief,

het Provinciaal Kerkbestuur de bezwaarden zou hebben veroordeeld, zonder

hen

dat

verschaft

dezer

ieder

dat deze grief bij

de feiten in

van den

schrijven

gesteld

genheid

n:.et

bezwaarden het

ter

feit,

zake waarvan

om mede

heeft

strijd

—

maakten

zij

het

werd

aangezien het Provinciaal Kerk-

is,

Maart 1886 de bezwaarden

SO^t'^'"

wat

te deelen,

ook op informeele

wijze

de gele-

in

tot toelichting of

zij

der bezwaren hadden aan te voeren, van welke gelegenheid

minw

hij

had gepleegd;

bemoeilijkt, werkelijk

bestuur

en zonder van elders eenig bewijs zich te hebben

gehoord

hebben

te

—

zij

wegnëgebruik

door het indienen der

Memorie van Consideratiën dat

het

de

IQQQ

Kerkbestuur

Provinciaal

vraag

bepaalde

bezwaarden berichtten, dat dat

zij

over zij

het

hun

van den

schrijven

bij

gepraeciseerde

feit stelden,

liever geen rechtstreeksch

25^'^'^"

Mei

waarop de

antwoord gaven

;

mitsdien geJword waren en hun de gelegenheid tot verantwoording

ruimschoots was gegeven

;

dat de Algemeene Synode bij hare Uitspraak d.d. 24 September 1886 op afdoende gronden heeft aangenomen, dat de Artt. 7 en 8 van het Regle-

ment van dat

bij

kerkelijk opzicht en tucht enz. geen mondeling verhoor eischen

oedaan aan een bezwaarde, dan of eenvoudiger en natuurlijker niet heeft gepleegd

is,

hij

het

feit

heeft gepleegd, en dat niets

dan dat de gehoorde ontkent,

als hij het feit

;

dat zulk eene ontkentenis van geen der bezwaarden ooit

Algemeene Synode

de

;

een disciplinair onderzoek bezwaarlijk een andere vraag kan worden

bij

hare

Uitspraak

d.d.

24

is

vernomen en

September

1886

te-

recht heeft aangenomen, dat al de bezwaarden hunne stem uitbrachten vóór

de bekende Wijzigingen en Bijvoegingen

;

dat de aanteekening van den heer Dr. F. L. Rutgers

bij

een der processen-

verbaal vau het getuigenverhoor als bijlage achter de Memorie van rechten afgedrukt, volgens welke aanteekening de

lijst

der

namen van de voorstem-

mers door den heer Dr, G. J. Vos Az. opgemaakt, niet zou overeenstemmen

met de door hem opgemaakte van

het verschil, als een bloot

lijst,

die alleen juist wezen zou, zonder

opgave

beweren niet aannemelijk moet worden geacht,

omdat deze bewering door geen enkel

bewijs wordt gestaafd, terwijl niets

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen