Uit de diepte - pagina 385

:

379

Het kan eens wezen, als er eens beweging komt, als een mensch als het ware van vat in vat geledigd wordt, dat er verandering by hem openbaar wordt. Maar dat was met Moab niet geschied. Hij was niet van vat in vat geledigd. Maar blijven liggen op zijn droesem. Geheel dezelfde gebleven, even rijk, even gelukkig op zijne wijze, even machtig, even onbezorgd, even weinig geplaagd, even kalm; wat zou hem deren! Maar ook even aardschgezind, even opgepropt met zonde; even verkleefd aan den god Kamos, aan begeerlijkheid stil

der oogen, begeerlijkheid des vleesches en grootschheid des levens. dan was het dat Moab als er a 1 eenig onderscheid was in al die dingen nog meer en meer beworteld was gewanneer ze op de heffe staan blijft, nog meer lijk de wijn, verscherpt wordt in haar smaak en geur, en gelijk de Heere bij Zefanja van de mannen in Jeruzalem spreekt, die s t ij f geworden zyn op hun droesem, die in hun hart zeggen De Heere doet geen goed, en Hij doet geen kwaad." hij heeft op zijne heffe stil Ziedaar dus Moab gelegen en is van vat in vat niet geledigd. Wat is dat een toestand! Laat het tot onze ooren ino. gaan, en mochten wij onszelven er aan beproeven, of ook onze ziele, helaas, zoo stil ligt op haar droesem, dat wij, ja, verkeeren onder het woord: » Bekeert u en gelooft het Evanja, leven onder de middelen, waarvan God gelie"; dat wy zich bedient om genade en zaligheid te schenken in Christus maar dat er geen waarachtige ontdekking gekend Jezus wordt aan onze zonde en schuld, geene droefheid vanwege de zonde; dat het ons is, alsof het recht Gods, dat wij door de zonde geschonden hebben, ons niet aangaat en de vloek der wet ons niet treft; dat er geene zielswerkzaamheden gekomen zijn, die er naar uitgaan om in Christus Jezus onze behoudenisse, onze gerechtigheid, onze zaligheid, ons leven te zoeken.

Ja

,

,

,

5)

:

,

,

Och

,

wat kan

er velerlei

Een

droesem

,

velerlei heffe zijn,

waarop

der waarheid. Eene overtuiging, een besliste en oprechte overtuiging, dat dit de weg is, dien Gods Woord ons wijst; onze ziel kan er haar droesem van maken. Onze aansluiting bij degenen, die God vreezen, of ook onze instemming met de rechte wegen in het kerkelijk leven: helaas, de ziele kan er haar rustbed van maken. Vast te liggen op den droesem van eigengerechtigheid, wat is het schadelijk; want als de storm opsteekt, als God komt om te richten, zal het scheepje van dat anker weggeslagen worden. De haven der behoudenisse is alleen Christus Jezus en zijne gerechtigheid voor een in zichzelven verwij

stil

liggen.

uiterlijke

belijdenis

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen