Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 351
de eerste bladzijde der tweede afscheiding
:
;
DE ONDERNOMEN VELDTOCHT. van kerkelijke rechten en Overwegende,
dat
333
aanvaarden van kerkelijke bedieningen
tot het
deze
tegen
;
;
uitspraak
door de appellanten
allereerst
aangevoerd wordt dat
Provinciaal Kerkbestuur Art. 11 van het Algemeen Reglement
het
voorbijziende,
heeft met de verplichting, aan alle Besturen,
gerekend
niet
dus zoowel aan den Kerkeraad van Amsterdam, als aan het Classicaal
en
om
en Provinciaal Bestuur opgelegd,
Woord,
beschouwen
te
Overwegende,
Gods
bij
aan den wettigen Kerkeraad der Nederduitsche Her-
dat
vormde Gemeente
het houden van de Gemeente
hoofddoel van alle kerkelijke bemoeiing
als het
Amsterdam
te
het
mandaat
gegeven tot het Bestuur
is
over de Kerkgebouwen, Goederen, Fondsen en Inkomsten der Gemeente, en
dat een
besluit,
als
vergadering van 14 December 1885 door den
de
in
Algemeenen Kerkeraad genomen
is,
waarbij aan de Kerkelijke Commissie,
sommige gevallen, ongehoorzaamheid
in
keraad raad
aan den wettigen Ker-
gelast wordt
of gehoorzaamheid bevolen aan personen, die den wettigen Kerke-
meer uitmaken,
niet
Woord, dat
ongetwijfeld
bezwaarlijk eischt
de
is
overeen
eerbiediging
te
brengen
met Gods
van de wettig bestaande
machten en verordeningen;
Overwegende wat nader en meer bepaald door appellanten aangevoerd wordt, ten eerste
:
dat het Provinciaal Kerkbestuur niet overeenkomstig Art. 47
van het Reglement voor
kerkelijk opzicht en tucht enz., en alzoo niet
met
inachtneming der wettige vormen door het Classicaal Bestuur van Amsterdam
van deze zaak
gesaisisseerd
is
Overwegende, dat
dit
;
bezwaar
in
de Memorie van Grieven nader ontwik-
keld wordt en hierin blijkt te bestaan, dat het Classicaal Bestuur van Amster-
dam, in geen
strijd
met de Uitspraak der Algemeene Synode van 9 Maart 1886,
voorloopig
onderzoek
alsnog
instelde,
maar op grond van
die Uitspraak ingesteld onderzoek, de stukken tot de
een, vóór
zaak betrekkelijk aan
het Provinciaal Kerkbestuur van Noord-Holland inzond en alzoo de waar-
borg
bij
Art 47 geschonken aan de bezwaarden onthield
;
Overwegende, dat het voorschrift, in Art 47 van genoemd Reglement vervat,
waar
geen zij
ander behoort
doel ;
dat
heeft,
het
dan
om
de zaak
te
brengen
bij
den rechter,
Provinciaal Kerkbestuur alleen bevoegd
bedoelde personen uit kerkelijke bedieningen en ambten
waar dus de mogelijkheid van dergelijke ontzetting
te ontzetten,
blijkt,
is
de
en dat,
het Classicaa
Bestuur de zaak moet verwijzen naar het Provinciaal Kerkbestuur
Overwegende, dat Art. 47 van meergenoemd Reglement, waarop appellanten
zich
beroepen,
wel verre van eene bepaalde wijze van onderzoek voor
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's