GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 776

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 776

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

770

Nu is die zaak op zichzelve reeds schrikkelijk genoeg, wanneer het land treurt en verwelkt en het aardrijk kwijnt; maar voor de ziel, die deze dingen met het rechte oog mocht bevooral ook schrikkelijk, omdat het een bewijs zien, was, dat de hemel door den toorn Gods was toegesloten en de aarde onder den vloek der zonde lag. En Elia, de Thisbiet, van de inwoners van Gilead, zeide tot Achab: »Zoo waarachtig als de Heere, de God Israels, leeft, voor wiens aangezicht ik sta, indien deze jaren dauw of regen zijn zal, tenzij dan naar mijn woord" Deswege is, de gansche Schrift door, de inhouding van den alleen vruchtbaarmakenden dauw en regen over het aardryk een zinnebeeld van de openbaring van Gods toorn over de menschen, waarbij Hij zijn aangezicht verbergt. En daarentegen is datgene, wat vruchtbaarmakend van den hemel op de aarde nederdaalt, een beeld van de gaven des Geestes, die de verhoogde Christus uitstort, uit kracht van de aangebrachte verzoening. toen de mensch in den staat der rechtheid was, o. Ziet was er niet zulk eene scheiding tusschen hemel en aarde. Toen had de mensch een geopenden hemel. En dat maakte eigenlijk het paradijs tot een paradijs. Maar de verdrijving uit het paradys en de bewaking van den weg tot den boom des levens door de cherubim met het vlammig lemmer eens zwaards had deze beteekenis, dat de zonde den hemel toesloot voor den mensch, dat de zonde scheiding gemaakt had tusschen God en zijne ziel. En daarom, wanneer Gods volk in den ouden dag gevoelde, dat God zich verborgen hield om hunne zonden; dat Hy zijne zegeningen, dat Hij zijn Geest en genade inhield; dat Hij zijne barmhartigheden door toorn had toegesloten, en wanneer zij daaronder lang gebukt gingen, dan riepen zij wel eens uit: »Och, dat Gij de hemelen scheurdet; dat Gij neder-

daarom

kwaamt!" oude volk Israël om waarin Hij ze geplant had, en in Babel en onder de volken verspreid, toen was dat zoo gesloten toen gold het niet alleen van 't aardsche Kauaan, maar ook van den geestelijken staat des volks: »üw aardrijk toen was de hemel van Gods gunst en is eene verwoesting" genade zoo onbewegelijk en zoo toegesloten, dat er geen dauw noch regen was. Maar wat zegt de Heere in onzen tekst? Onze tekst bevat een bevel des Heeren Heeren. Een bevel, aan wie ? Aan de hemelen. » Drupt, gij hemelen!" Er zal dus een tijd komen,

En

ziet, in die

hunne zonden

dagen, toen

God

zijn

uit het land gerukt had,

;

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 776

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's