Uit de diepte - pagina 167

,

161

Immers toch,

gelijk hg elders zegt, had de Heere dienaar en getuige des evangelies tot de heidenen gezonden, om hunne oogen te openen, en hen te bekeeren van de duisternis tot het licht, en van de macht des satans tot God, opdat zij vergeving der zonden (mochten) ontvangen en een erfdeel onder de geheiligden (Handel. 26 15 18; of Handel. 22:21, Gal. 1:11 17). En naar hetgeen hij er hier bijvoegt, immers, gelijk het ook zijn zalig en zegenend getuigenis is in hetgeen in dezen brief vooraf gaat: »gelijk

inneren.

hem

als een

—

:

—

met weinige woorden

ik

voren geschreven

te

heb, waaraan gij, dit lezende, kunt bemerken mijne wetenschap in deze verborgenheid van C h r s t u 8." (vs. 3è en 4) i

Het

alsof de apostel zeggen wil

dat is mijn eenige roem, en mijn opstaan, mijn nederliggen en mijn overdenken, mijn zwijgen en zingen, dat God almachtig ook den heidenen genadig is. En gelijk de zon, die uit de verborgenheid van den nacht te voorschijn treedt om de duistere plaatsen te verlichten, en alle donkerheid te verdrijven, dat alzoo ook het licht van 's Heeren vriendelijk aanschijn is, om » dengenen, die zaten in het land en de schaduw des doods, op te gaan." (Jes. 9 1) Daarom zegt hij dan ook nadrukkelijk dat bij daarvan met » weinige woorden" heeft geschreven; als om te betuigen, dat hij er nog by lange niet rijk en overvloedig genoeg van heeft geschreven dat hij er nog veel meer en zaliger en ruimer en milder zou te zeggen hebben, indien het hem aan woorden en de kracht der taal niet ontbrak. Maar toch ook dit mag hij er van zeggen: wat ik geschreven heb, het is weinig, maar waar; zooveel woorden, zoovele gedachten; ieder woord met nadruk, met ki-acht, als Gods getuigenis; het is weinig, maar uit Gods hart, en ieder woord stort eene overvloedige sprake uit. Zulke woorden, geliefden! zijn voorwaar » gouden appelen in zilveren schalen" (Spreuk. 25 11), gelijk de apostel geroepen was die op te dragen voor de heidenen (Handel. 9 15). Bij ons is het, als de natuurlijke mensch aan het woord is, zoo vaag, zoo dwalend, zoo breedsprakig, zooveel woorden, zoo weinig gedachten. Maar als de wijsheid, die van boven is, leert spreken, en de waarheid Gods het hart vervult, en de

mijn

is,

:

zitten

,

:

,

;

,

,

,

:

:

genade des Heeren het woord heeft, o! dan leeren we » daden te spreken", ieder woord ontvangt zijn toon; in één woord ligt vaak een schat van troost en waarheid en onderwijzing en verlichting; en het is er mee, gelijk de spreukendichter zegt, »het

hart

eens wijzen maakt zijnen

mond

verstandig, en zal

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen