GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 743

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 743

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

737 hoe het niet aan Hij beschrijft Israels overwinuingen boodschappers van goede tijding ontbroken had hoe de koningen voor Israël gevloden waren, en de niet meö uitgetogene den roof had uitgedeeld. De overdenking daarvan geeft hem moed, om het volk des Heeren toe te roepen, met zinspeling op Egyptes harde dienstbaarheid: »A1 laagt gijlieden tusschen twee rijen van steenen, zoo zult gij toch worden als vleugelen eener duive, overdekt met zilver, en welker vederen zijn met uitgegraven geluwen goud." En nu hij den Heere zoo ziet optrekken naar zijne woning op Sion, ziet hij daarin de voltooiing van den triumf over En hij Basan, waarmede Israël aleer harden kamp had zegt: »Gij bultige bergen van Basan! wat springt gij op, en kant u aan tegen den berg Sion ? Dezen berg heeft God begeerd tot zijne woning; ook zal er de Heere wonen in eeuwigheid." o, Sinaï komt hier weder voor zijne aandacht; want het hem zulk een machtige Koning, die daar nu op de arke is opwaarts stijgt; zoo maclitig een Koning, dat hij zegt: »Gods wagenen zijn tweemaal tienduizend, de duizenden verdubbeld. De Heere is onder hen, een Sinaï in heiligheid." Hij ziet als het ware die opvarende arke van hemelsche heirscharen omringd, en de Heere is onder hen. Het is, als toen Hij in heiligheid op Sinaï nederkwam. En terwijl hij daar ziet, hoe de arke Gods, al opgaande, hare plaats heeft bereikt op Sions heuveltop, roept bij met blijdschap uit: »Gij zijt opgevaren in de hoogte; Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd; Gij hebt gaven genomen om uit te deelen onder de menschen; ja ook de wederhoorigen, om bij U te wonen, o Heere God!" Zie, dat is dus de geschiedkundige aanleiding tot deze woorden. En nu waren deze dingen een schaduw en een voorbeeld van hetgeen eenmaal geschieden zou. Want wat is toch het wezen van de arke des verbonds? Wat is eigenlijk de aanspraakplaatse van Gods heiligheid? Is dat niet het aangezicht van Christus? Waar woont de Heere in genade? Is het niet in Christus ? Wie onder ons het aangezicht Gods begeert te zoeken, kan hij het ergens anders vinden, dan alleen in Christus en zijn zoenbloed? Is Hij niet de rechte Arke des verbonds met het verzoendeksel, waarop de Heere in schuldvergiffenis en genade onder zijn volk wil wonen? Christus, zich verborgen houdende, is dat niet zooveel als i Ikabod, de eere weg uit Israël, de arke buiten omzwervende? En gelijk die arke een staat van vernedering had, toen ze nog niet op de voor haar bestemde plaats gekomen was, heeft zoo Christus niet een staat der vernedering gekend? En was niet, Avierd.

;

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 743

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's