Uit de diepte - pagina 330
: ;
!
324
Wie in den Zoon gelooft, heeft het eeuwige leven maar wie den Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien; maar de toorn Gods blijft op hem. Hoe werd ook dat door Jakob aanschouwd, als hij betuigde »en denzelven zullen de volkeren gehoorzaam zijn." Zijn blik werd verhelderd hij zag ze komen van Oosten en Westen hij zag, dat der heidenen oogen geopend werden. Hij aanschouwde, dat ze kwamen uit verren lande, om den Silo te aanbidden. En wij, die uit de heidenen zijn, kunnen wij betuigen, dat Jakobs woord op ons van toepassing zij ? Gehoorzamen wij den Silo; d. i. gelooven wg in Hem? Dat is toch de hoofdzaak. Hoevelen, die zich inbeelden te gelooven! Hoevelen, die wanen, dat het geloof een vrije aansluiting is van ons aan den Christus! Hoevelen, die het geloof houden voor een plante, die groeide op den akker van het eigen bedorven hart! Hoevelen, die nimmer zichzelven onderzoeken En toch, de Heere blyft manen: » Onderzoek uzelven." Hij zendt nog zijne roepstemmen. Hoe menigmaal zond Hij ze reeds! Hoe gedurig was zijn roepen tevergeefs! Zal het heden wederom alzoo wezen ? Zal zijn Woord weer vertreden, zijn bloed weer veracht worden? Zal het weer heeten »Voor ditmaal, ga heen?" Zal Satan wederom geloofd worden ? Zal de vorst der duisternis wederom over u het ;
;
:
zegelied aanheffen ? o, Mijn reisgenoot de Silo geeft vrede, Hij alleen. Wilt ge buiten Hem vrede zoeken, ge bedriegt u. Buiten Hem is de dood, de eeuwige dood. Maar dien dood heeft Hij verwonnen. Dies brengt Hij vrede, vrede voor zijn gunstvolk. Als gij straks, volk des Heeren, bij Bethlehems kribbe moogt nederknielen zult gij dan verstaan wat de stervenskracht van den aartsvader was ? Zult gij dan met hem u kunnen verheugen ? Zal het dan vrede zjjn daarbinnen ? !
,
Geve
de
Heere
het kerstfeest tegen
,
aan te
zijn Sion den Geest der genade, om gaan met welbevestigde hope. Amen.
Gezegend
zij de groote Koning, Die tot ons komt in 's Heeren
naam!
Wij zeegnen U uit 's Heeren woning; Wij zegenen U al tezaam. De Heer is God, door wien we aanschouwen Het vroolijk licht, na bang gevaar Bindt de offerdieren dan met touwen Tot aan de hoornen van 't altaar. ;
Ps. 118:13.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's