Uit de diepte - pagina 746

:

740 Gewis, David had de schaduw van die vernedering aanschouwd, toen de arke Gods, waarop de Heere woonde, in vergetelheid was, en niemand baar begeerde, ja, ze zelfs onder de onbesnedenen een buit en eene prooi was, en nu mocht hij zingen: »Gij zgt opgevaren in de hoogte." Maar de apostel, deze plaats in zijn brief aan de Efeziërs aanhalende wijst ook op de vernedering van Christus, die de voorwaarde was van zijne verhooging, als hij uitroept: » Daarom zegt Hij (nl. de Heilige Geest in de Psalmen) als Hjj opgevaren is in de hoogte, heeft Hij de gevangenis gevangengenomen en heeft den menschen gaven gegeven. Nu dit: Hij is opgevaren; wat is het, dan dat Hij ook eerst is nedergedaald in de nederste deelen der aarde?" De neJerste deelen der aarde, dat wil, naar 't spraakgebruik der Schrift, zeggen de aarde, welke, in vergelijking met den hemel, de nederste deelen van 't heelal vormt. » Die nedergedaald is," zoo gaat hij voort, »is dezelfde ook, die opgevaren is, verre boven al de hemelen, opdat Hij alle dingen vervullen zou," o, Dan wordt de verhooging van Christus recht tot vertroosting en opbeuring van onze, vanwege de zonde, verslagen harten, wanneer wij recht bedenken, waaruit Hij verhoogd ,

,

:

is,

nl.

uit

de

poorten

des doods.

Wanneer

wij

heilbegeerig

overdenken mogen, hoe Hij, die opvoer, dezelfde is, die ook in Bethlehem, in Gethsémané, op Golgotha, en in het graf, nederdaalde in de nederste deelen der aarde; Hij, de eeuwige en eeniggeboren Zone Gods, de natuur van het schepsel aannemende, en in die ontzaglijke vernedering, dewijl Hij de zonden des volks droeg, den dood en der helle onderworpen wordende, o. Zalige zaak voor allen, die leeren mogen in den nood hunner zonden tot dezen Christus de toevlucht te nemen; zalige zaak, dat Johannes Hem in den hemel zag als een

Lam, staande

als geslacht.

David

verheugde zich met al het volk van God, toen de Heere, na als 't ware, wat zijn zichtbare woning betreft, in versmaadheid en diepe vernedering verkeerd te hebben, de Hem toekomende en voor Hem bestemde woning innam op Sions top, om daar nu blijvend met zijne genade onder zya volk te wonen. Maar welk een stoflfe van blijdschap is het voor de Kerk des Heeren, als zij 't recht mag bezien, dat Hij, op wien al deze dingen zagen, haar Verlosser en Koning, nu ook, na de diepste vernedering om hare zonden, zijne woonplaats betrokken heeft op den eeuwigen berg Sion, en voor de oogen zijner jongeren is opgevaren in de hoogte. Want ziet, die hemel der hemelen was voor Hem bestemd, en is bestemd

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen