Uit de diepte - pagina 105
99
onder de veroordeeliiigen, den vloek der wet, en zich leiden in den weg der genade en der verlossing, in Christus ontsloten, en dan ook dierbaarheid, vanwege die'genade, in Gods geboden te vinden, om ze te mogen betrachten. eiscb, ja
laten
te
Ziet, dat doordringende werk des Geestes belooft de Heere hier in deze woorden: »Ik zal mijne wet in hun binnenste, in hun verstand geven, en zal die in hun hart schrijven." Nog meer heerlijkheid is hieraan verknocht voor het volk die wij ook nog hebben te overdenken. Doch zinden we vooraf van Ps. 119 65. _
,
:
Het
hartveranderende,
vernieuwende,
wederbarende werk
des Geestes, als beloofd in dat nieuwe verbond, hebben wij overdacht: het verstaan van do wegen des Heeren en de innerlijke overbuiging en toeneiging des harten tot die wegen. En daarmede, zegt de Heere hier, zal gepaard gaan een ongekende gemeenschap tusschen Mij en tusschen u, mijn volk. »En Ik zal hun tot een God zijn en z ij zullen Mij tot een volk zgn." Had het dan ook niet reeds van Sinaï geklonken: »Ik ben de Heere, uw God, die u uit Egyptelaud, uit den diensthuize, heb uitgeleid"? Wel gewisselijk. Maar toch wordt dit gedurig, gedurig in de profetie vermeld als een eigenaardicr voorrecht van de dagen der vervulling: »I k zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn." Want het zijn van het oude bondvolk onder de bedeeling der
zoodanig,
als
»Doch
ik zeg, zoo
zoo verschilt heer is van
den
tot
tijd,
gelijken
door
bij
hij
schaduwen,
beschrijft
de
apostel
deze woorden: langen tijd als de erfgenaam een kind is, niets van een dienstknecht, hoewel hij een in
Maar hij is onder voogden en verzorgers, van den vader tevoren gesteld." Gij kunt dit verden toestand eener ziel, waarin wel bij aanvang alles.
genade
een
beginsel des levens is, die niet buiten de die toch nog door geestelijke onkunde en door wettische vrees weerhouden en verhinderd wordt, om de heerlijkheid van Gods weg voor zijn volk duidelijk
bondelmgen
staat,
maar
Maar wanneer de Heere aan zulk eene belofte des Nieuwen ïestaments komt
te zien.'
ziel
nu eens nader deze
vervullen dat Hij zijne wetten, de kennis zijner wegen, in hun verstand zal schrijven en die hun hart zal griffelen, o, wat wordt dan de erfenis ,
m
veel
hun
helderder,
tot een
lukzahg
God
dat
zijn." Zie,
heerlijke
genade-erfdeel:
daarvan
is
)>Ik
zal
gezongen: »Welge-
dien Gij verkiest en doet naderen, dat hij wone zullen verzadigd worden met het goede van uw huis, met het heilige van uw paleis." En merkt, hoe de Heere, als daaraan verknocht, nog deze in
IS
hij,
uwe voorhoven. Wij
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
![Uit de diepte - pagina 105](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/uit-de-diepte/1887/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's