Tweeërlei vaderland - pagina 29

25 waard".

Vader

aller

samenstemmende opinie

deën

uit,

toen

Haran

in

de

van

dienst

tyrannie der Philipsen

God

dienst van

het

„Ah

:

Embden uit, om

herberg voor Gods kinde-

woord op

het

het moet, steek dan de dijken door en scheep u in

haven

veiliger

toen in

ook op ónze erve den

Onze Prins van Oranje had eens

ren te zoeken.

afgodisch

En

verbood, weken ook onze ballingen naar overzee,

naar de Palts en naar

naar

de

den dienst van God verzwelgen ging.

eeuw

de lippen

Abraham, de

bestaan.

geloovigen trok op hooger roepstem Ur der Chal-

Vaderland later

heeft onder Godvruchtigen dan ook nooit

Daarover

anders dan één

\

Toen

in het eens

zoo vrije Engeland de

woeste staatszucht eener nieuwe Hiërarchie haar kwaad ging brou-

wen, togen de Pelgrimvaders naar Amerika's nog

En

vrije velden.

ge weet het immers, nog in onze eeuw heeft de schitterende

Exodus van geestkracht

onze er

moet

het, zich

belet

men u

dwingen

het

in

bloed schuilt, om,

Hollandsche

—

een ander Vaderland te scheppen. zulk

uw

in

broederen het getoond, wat

Transvaalsche

juist

uitwijken,

Vaderland

en

men,

wilde

te blijven,

opdat ge in

Of

ook,

erger nog,

uw

u

Vaderland

den dienst uws Gods zoudt verloochenen, dan roept reeds uit Antiochus Epiphanes dagen de Moeder met haar zeven zonen utoe, wat Christus straks u zoo snijdend vertolkte en ziet beide in de hel

Waar dus

kan werpen,

:

ja,

„ Vreest dien die lichaam ik zeg u, vreest dien /"

zoo ooit weer de tegenstelling

kwam

Avie

kan

vluchten

belet wordt, dien

Maar,

zij

het

ver

over

de

Men

kwam

het

nog

vlucht

met diep gevoelden dank aan den God onzer

men

ons woord, van

Dan

en wien de vlucht

een keuze staan

laat óns, en reeds dit is een nooit

deeren schat,

:

wenkt de eere van de Martelaarskroon.

Vaderen uitgesproken, voor zulk niet.

grenzen,

ware

te staan,

de vaste regel onder Godsvolk aanstonds gevonden

laat

En

te

waar-

ons de vrijheid van onzen persoon, van

ons belijden. niet.

wij thans

genoeg

Tot rechtstreeksche

zelfs als

vervolging

ge 18S6 en 1S34 vergelijkt,

wat winste aan vrijheid wonnen we dan niet

!

Toen nog werden

de ruiters met de opgeheven kling op de biddende menigte inge-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen