Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 353

;

;;

;

;

DE ONDERNOMEN VELDTOCHT. Overwegende, dat door appellanten dat

als derde

335

bezwaar aangevoerd wordt,

Provinciaal Kerkbestuur van Noord-Holland in

het

van het Reglement voor kerkelijk opzicht en tucht

enz.,

strijd

met Art. 8

schuldig verklaard

heeft zonder behoorlijk onderzoek

Overwegende, dat na hetgeen hierboven

overwogen en

is

beslist ten aan-

van het door appellanten aangevoerd bezwaar, dat

zien

van verdediging zouden verkort

zijn,

omdat

zij

niet

hun

in

zij

recht

gehoord zouden

zijn

overeenkomstig Art. 8 van het Reglement voor kerkelijk opzicht en tucht, bezwaar, wat het behoorlijk onderzoek aangaat^ ongegrond

dit

wat

en

neerde

dat

de

betreft

schuldigverklaring

van

is

evenzeer, volgens hierboven vermelde overwegingen^

feit,

bevonden,

appellanten aan het geïncrimiis

verklaard,

bezwaar geen grond heeft

dit

Overwegende, dat

als vierde

bezwaar door appellanten aangevoerd wordt,

dat het Provinciaal Kerkbestuur van Noord- Holland in zijne Uitspraak Art. '2

al.

3,

van het Reglement voor kerkelijk opzicht en tucht

enz. verkeerd

heeft toegepast

Overwegende,

dat

genoemd wordt,

in

„dat

de Memorie van

het als bezwaar

Grieven, als voornaamste grief

aangenomen

feit

oplevert eene ver-

keerdheid, waarop een tuchtmiddel behoort te worden toegepast,

moet worden aangemerkt

als verstoring

ning van kerkelijke betrekkingen

Overwegende,

dat

ter

beoordeeling

Hervormde Gemeente

Overwegende,

dat

aan het lichaam, opgedragen

over

dit

van is,

dit

beheer

uitoefe-

moet onderzocht

waarin de Kerkeraad der Neder-

Amsterdam

zich bevindt

aan den Algemeenen Kerkeraad dezer gemeente,

waaraan het

geestelijk

bestuur

d.

i.

toekomt, het beheer

is

de Kerkgebouwen, Goederen, Fondsen en Inkomsten der

aanvaard

heeft, terwijl in

van Kerkvoogden

en Notabelen,

sedert bet jaar

verreweg de meeste overige ge-

meenten der Nederlandsche Hervormde Kerk College

bezwaar,

Hervormde Gemeente, en dat de Kerkeraad

Nederduitsche

1809

te

van orde en vergrijp in de

;"

worden welke de eigenaardige toestand duitsche

omdat „het

dit beheer

buiten

door een afzonderlijk

den Kerkeraad staande,

gevoerd wordt dat

herhaaldelijk

in de stukken, die

van appellanten uitgegaan

zijn,

sproken wordt van twee qualiteiten van den Kerkeraad, de eene waarin het

bestuur,

de andere, waarin

hij

het beheer voert,

waarvan de

gehij

eerste in,

de tweede buiten het Synodaal verband zou staan, doch dat zulk eene be-

schouwing

als

eene

spitsvindige

poging moet aangemerkt worden,

om

het

te doen voorkomen, alsof de onderscheidene opdracht van bestuur en beheer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen