GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 179

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 179

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

;

;

,

173 in zijne ontferming had Hij echter aan zijn volk heidenen gedacht en velen mochten wederkeeren naar hun vaderland. Nehemia en Ezra waren de personen door God gebruikt om door woord en daad te werken aan de geestelijke en stoffelijke God had zijne wonderen grootgemaakt en men herstelling. kon zingen: »God heeft bij ons wat groots verricht, Hijzelf heeft onzen druk verlicht." Spoedig verliet Israël weder den rechten weg en de Heere moest zyn profeet Maleachi zenden met de roerende klacht: »Ben ik een Vader, waar is mijne eere? Ben ik een Heere, waar is mijne vreeze?" De priesters ontreinigden het altaar met slechte offeranden, het volk hoereerde van zijn God af, Israël erkent de daden des Heeren niet meer. Tegenover de zegeningen Gods handelt men trouwelooslijk. En toch toont de Heere in ons hoofdstuk nog zijne goedertierenheid en lankmoedigheid temidden van de aankondigingen van het gericht over de goddeloozen daar na VS. 5: »Ik zal ulieden ten oordeel naderen, enz." de heerlijke tusschenvoeging in vs. 6 komt: »Ik, de Heere, word niet veranderd; daarom zyt gij, o kinderen Jakobs, niet ,

,

,

verteerd."

En nu

het, alsof wg in vs. 7 12 eene samenspraak hooren den Heere en het afkeerig, godvergetend geslacht: >Van uwer vaderen dagen af, zijt gij afgeweken van mijne inzettingen en hebt ze niet bewaard; keert weder tot My en zegt de Heere der heirscharen Ik zal tot u wederkeeren Waarin zullen wij wederkeeren ? maar gij zegt Zal een mensch God berooven? Maar gij berooft Mij en zegt: Waarin berooven wij U? In de tienden en bet hefoffer. is

tusschen

,

,

:

Met een vloek zgt zelfs

onzen

We

het

gansche

vervloekt, omdat gij Mij berooft, En zoo volgt dan het woord van

gij

volk."

tekst.

wijzen u:

\^

op de beschuldiging des Heeren tegen het afkeerig Israël

2e op het

Zwijg Gode

antwoord van het afkeerig Israël aan Jehovah.

;

Wanneer En, hebben

wacht op gij zij

't

eind van

's

Heeren wegen

hier der sneeden voorspoed ziet;

door

list

hun wensch verkregen,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 179

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's