Uit de diepte - pagina 386

380

Een zekere gave van bespraaktheid, om de dingen Gods te bespreken; een zeker helder inzicht daarin maar niet met ootmoed en innige zielsbehoefte om daarin nu ook te mogen deelen, gepaard wat kan 't een heffe zijn, waarop alles zoo in noodlottige rust blijft. Voorts zondige wegen, loren zondaar.

,

—

gierigheid,

des keizers vriend te willen blijven, het op een accoord te willen werpen om God en den Mammon ieder het zijne te geven ook dat geeft een schadelijk stil liggen op den droesem der zonde. Ja zelfs wanneer wij onze zaligheid zoeken in ons gevoel van behoefte, in ons begeeren, in ons hongeren en dorsten, in onze zielswerkzaamheden, in plaats van onze zaligheid te zoeken in Christus Jezus alleen, in zyn bloed en gerechtigheid, kan dit een schadelijke droesem zijn, waarbij maar al te veel het waarachtige leven uit de ziele geweerd wordt en de stilstand des doods intreedt. Zingen we nu met elkander van Ps. 139 14.

—

,

:

Doorgrond Is 'tgeen ik

me

en ken mijn hart, o Heer!

denk

uw

niet tot

eer?

Beproef me, en zie, of mijn gemoed Iets kwaads, iets onbehoorlijks voed'; En doe mij toch met vaste schreden

Den weg

ter zaligheid betreden!

Hij is van vat in vat niet geledigd, zegt de Heere van Moab. Moab was als de wijn, dien men niet overdeed van vat in vat, maar stillekens staan liet op zijn droesem waardoor het geschiedde, dat die wijn geheel zijne eigenaardigheid bleef behouden, ja daarin door eenige gisting nog ,

verscherpt werd. En door die woorden wordt bekwamelijk aangeduid de verandering, die bij den mensch door Gods genade moet teweeggebracht werden. Neem eens den mensch, zooals hij van nature is. Vervreemd van het leven Gods, door de onwetendheid, die hem is. Geestelijk blind, en hy meent te zien. Het geklank niet kennende. Wanneer alles bij hem in rust blijft, wanneer hij op zijn menigvuldigen droesem rustig en stil blijft liggen, dan b 1 ij f t hij, die hij v a n n a t u r e i s onherboren en onverzoend met God; dan gaat hij zonder Middelaar voor zijne ziel het oordeel tegen, o. Wat een schadelijke en zielverdervende strik, waarin d i e zondaar gevangen is, die niet de onrust leert kennen, welke leidt tot de ruste, die gevonden wordt in God gaat het ook naar het woord: »De begeerlijkheid, ontvangen hebbende, baart zonde en de zonde, voleindigd zijnde, baart den dood."

m

:

!

Dan

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen