Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 287
de eerste bladzijde der tweede afscheiding
DE ONDERNOMEN VELDTOCHT. Daarom zitter
meer achten
te
ons, voor onze personen en
wij
onze betrekkingen van Voor-
en Scriba van het voornoemde bestuur, verplicht, tegen alle zulke beschouwingen,
waarvan de aangehaalde volzin
als
269
Wij zullen wel
getuigt, nadrukkelijk te protesteeren.
van noode hebben, ons tegen zulk eene betichting
niet
Wij verwijzen eenvoudig naar de Memorie van wege het Cl. Bestuur het
verdachtmaking en dat
maar
wijsheid,
de
in
wij,
licht ziet,
bij
te
verdedigen.
u ingediend of naar de brochure, die
wetende dat de waarheid machtiger
is
dan
alle
„in eenvoudigheid en oprechtheid Gods, niet in vleeschelijke
Gods,"
genade
onze gemeenten en in ons bestuur verkeerd
in
hebben, en zeker niet het minst omtrent deze zoo pijnlijke zaak.
Het Beheer was voor ons de daarop
Geen wonder, dat
zaak.
van den beginne
wij
onze aandacht gevestigd hadden. Het Classicaal Bestuur, met
alle
een en ander in kennis gesteld, kon, noch mocht aannemen, dat de Commissie tot het Bestuur over de
Kerkgebouwen
natuurlijk
Maar is,
ten
zéér
enz.,
Het gaf van
legale manier vergaderde.
die
rechtmatig
meening
ongenoege van de Heeren, die
als vergadering
te
volgen
te
advertentie blijk,
bij
bedorven hadden.
alles
van den Kerkeraad, maar doende wat des Kerkeraads
dus met andere plichten belast, konden noch behoefden
wing
werk ging, of op
of uit
Als zoodanig waren
spreken.
te
wij,
hunne beschou-
wij echter wel ge-
roepen het Reglement van 1875, ofschoon het niet geviseerd was geworden, voorloopig
op
te
volgen
;
het beruchte Artikel (40) stond ons niet in den
weg: want „voorloopige schorsing"
is
geene „Kerkelijke Censuur."
Evenwel, het Reglement van 1875 moest herzien, en het oude Reglement van
1869 weer ingevoerd worden. Wij achtten het noodig, een verzoek
ter zuive-
ring te richten aan het Provinciaal Kerkbestuur. Eigenlijk zou het ons werk
geweest bruari
zijn.
de vergadering van den Algemeenen Kerkeraad (1 Fe-
vond het
gehouden) ons
voor
Maar
zouden kunnen wegvallen
Het stig
resultaat
trad,
is
volgens
oorspronkelijke
beter,
dat het Provinciaal Kerkbestuur zulks
Derhalve zond ze het Reglement derwaarts, opdat
deed.
alle onwettige
er uit
en onrechtmatige bepalingen.
neergelegd in het hier volgende besluit. Desovereenkomeen
besluit
van
1 Juni,
met eenige slotbepalingen het
Reglement door Kerkeraadsbesluiten den
lö'^t"
Juni 1886
weer in werking. Het Provinciaal Kerkbestuur van Noord-Holland, doende wat des Classikalen Bestuurs van Amsterdam
is,
hebbende eene missive van het Classikaal Bestuur van Amsterdam, doende wat des (Algemeenen) Kerkeraads is in de Nederduitsch« Hervormde Gemeente van Amsterdam, dd. i Februari i886, waarbij overgelegd een exemplaar van het Algemeen Gelezen
Reglement en Instructie voor de Commissie
tot het besltiur over de Kerkgeboutveii,
Fondsen en Inkomsten der Nederdtdtsche Hervormde
Gemeente
te
Goederen^
Amsterdam, vastgesteld
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's