Het werk van den Heiligen Geest - pagina 163
Het werk van den Heiligen Geest voor de kerk in haar geheel.
DK HEILIGE GEEST IN DEN
125
JNIIDDELAAK.
wel terdege een voortgang van minder naar meer, een verloop, een proces, een ontwikkeling.
Dit
zou niet zoo kunnen geweest
Heeren voor het
Dan
raensclielijk
indien de goddelijke natuur des
zijn,
den Messias
in
//.•
in
de plaats ware getreden.
toch zou de majesteit van de Godheid de menschelijke natuur altoos
en ganschelijk vervuld hebben.
Maar
De
dit
lichaam
en
menscheu delijke
niet zoo.
ziel in
de
d.
w.
z.
naar
bestond ze alzoo, gelijk eens menschen lichaam en eens
ziel
ons bestaan
en elke inwerking van goddelijk leven, god-
;
mogendheid en goddelijk
op
dan
was dan ook
menschelijke natuur was in den Middelaar waarachtig,
naar
en
wijze
kon
licht
de
niet anders naar buiten treden,
mate, die door de eigenaardigheid en de
beperktheid van onze menschelijke natuur bepaald en aangegeven was.
Denkt men verkeerdelijk
gewone
zich nu, naar de
dat
zó6,
Adam
bij
voorstellingswijze,
zonder
Adams
toestand
val de ouzoudige ontwikkeling
huiioi den Heiligen Geest en dus vanxclf zou hebben plaats gehad, alsdan
volkomen
het
is
men
dat
begrijpelijk,
zich
ook de ontwikkeling van de
onzondige natuur van den Christus buiten den Heiligen Geest denkt.
men daarentegen door de
Is
dat niet alleen
dat
ook
de
vloeisels ziju
alle
Heilige Schrift beter geleerd, en weet men,
gaven en krachten en vermogens en
u-erking
oefening
in
den mensch, maar
van deze krachten en vermogens
van een werk des Heiligen Geestes
uit-
dan valt hiermee
in ons,
terstond ook op de ontwikkeling van Jezus' menschelijke natuur een geheel
ander
gaf
licht,
en verstaan
we wat
het zeggen wil, dat
God
Hem
den Geest
met mate.
niet
Dit toch duidt aan, dat ook de menschelijke natuur van den Christus
den Heiligen Geest ontving. Niet, natuurlijk, zóó, dat Hij eerst een ige jaren zonder
den
Heiligen
dien Geest ontving.
Geest
leefde
en daarna op een gegeven oogenblik
Maar met dien
verstande, dat al de oogenblikkeu zijns
aanzijns, telkens naar gelang er vatbaarheid bestond, de
gen van dien Heiligen Geest
Reeds bewerkte
in
de ontvangenis,
zijn deel
de dracht en de geboorte van den Christus
de Heilige Geest dus niet alleen een afscheiding van de zonde,
maar bracht tevens
in positieven zin teweeg,
van
de
den
ingelegd,
gaven en werkin-
waren.
Christus
waarvoor
heerlijkste
die
gaven,
natuur vatbaar
mogens ontving de menschelijke natuur
is.
dat in de menschelijke natuur
krachten en vermogens werden
Deze gaven, krachten en ver-
in Christus,
en dan lette
men
er
scherp op, niet van den Zoon, door mededeeling uit zijn goddelijke natuur,
maar van den Heiligen natuur van Messias.
Geest,
door
mededeeling
aan
de menschelijke
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 303 Pagina's
![Het werk van den Heiligen Geest - pagina 163](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/het-werk-van-den-heiligen-geest/1888/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 303 Pagina's