Het werk van den Heiligen Geest - pagina 278

DE KEElvE

240

maar 2

de

als

38: »En

:

iO

zelf

ons geschonken

Zoo

wordt.

Hand.

in

en Hand.

gave des Heiligen Geestes ontvangen";

zult de

»Dat

45:

:

Geest

Heilige gij

CHRISTI.

gave des Heiligen Geestes ook op de heidenen wordt

de

uitgestort."

Met

dus wel op

lette er

onderwerp geloof

niets

gemeen

dat dit alles raet het thans door ons besproken

op het zaligmakend werk

en

Als de heilige apostel Paulus zegt: »Het

Gods

niet uit u, het is

is

,

heeft.

gave!''"'

in en

dan doelt dat op onze behoudenis

aan onze

Maar hiervan nu

ziel.

zijn

de gaven, die wij thans bespreken moeten, geheel onderscheiden.

Deze gaven of charismata toch

Het

God.

van

heerlijking

zijn

maar

niet ter behoudenis,

zijn

ter

ver-

geen gaven, waardoor ons het heil wordt

aangebracht, maar gaven, die ons als sieraad worden geleend, opdat ze aan

ons zouden schitteren. Het

ermee

zijn

om

worden toevertrouwd,

talenten, die ons

woekeren. Bijkomende genadewerkingen, die het eigenlijke gena-

te

dewerk noch vervangen noch bevestigen kunnen, maar een geheel andere strekking hebben. Immers, het genadewerk aan ons strekt den,

om

ons gelukkig

maken,

te

om

ons op

bouwen,

te

om

ons

te red-

terwijl deze cha-

rismata, deze gaven, deze bijkomende genadeiverJmigen, ons worden geschon-

ken

niet

het

charisma,

voor

dan ontvangt

onszelven,

maar voor anderen.

de genadewerking,

om gezond

Bijv. als

iemand de gave,

kunnen maken, ontvangt,

te

dit charisma niet voor het geval, dat hijxelf ziek

hij

mocht

worden, maar wel ter genezing van anderen.

De gave

des Heiligen Geestes ontvangen en gesierd worden met gaven

van den Heiligen Geest zijn dus twee geheel verschillende zaken, die niet

mogen verward. Het

eerste komt, als de Heilige Geest aan ons gegevoi

ivordt, het andere, als de Heilige Geest xelf ons

een

gave,

Het

eerste

is

die ons toekomt voor ons eigen nut, het andere een gave, die

ons geschonken wordt, Eigenlijk

iets geeft.

om

ze te besteden ten beste

van anderen.

kan men dus zeggen, dat de charismata aan de kerken gege-

ven worden, en niet aan de enkele personen. Een koning, die wél regeert, zal zorg dragen, dat er in zijn leger te allen

den,

die het plan voor een beleg

ningen

den niet.

tijde

kunnen uitgaan, mannen, die voor de voeding kunnen zorgen, die

telegraafdienst

Maar

als

kunnen

regelen, die

bruggen kunnen

wijzen laat en oefent, dan voelt ieder toch, dat

zijn,

oog,

dezen

officieren

of hen een

maar dat

hij

slaan,

en wat

al

een koning nu een deel van zijn officieren en man-

zulk

schappen voor deze onderscheidene bezigheden

om

mannen gevonden wor-

kunnen maken, mannen, die op verken-

en

naam

soldaten

te laten

het

hij

dit volstrekt niet doet

genot te gunnen van zoo knap

maken, of hen

dit uitsluitend en

in vredestijd uitkiest, onder-

te laten schitteren

eeniglijk doet,

om

x^ijn

leger

te

in aller

m

staat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen