Het werk van den Heiligen Geest - pagina 72

:

HET HEIR DES HEMELS EN DER AARDE.

34

En

weer

»TF^e

anderen zin Jesaja 40

in

heeft

w.

(t.

Hem

wie heeft

13

:

de schepping) den Geest des Heereji bestierd, en

bij

ten duidehjkste, dat ook wel ter-

Heilige Geest een eigen taak

de

?"

raadsman onderwezen

als zijn

Deze uitspraken toonen nu vooreerst dege

:

en in het werk der schepping

bij

verricht heeft.

Ten tweede doen op

niet

zij

stond,

zichzelf

ons zien, dat dit werk van den Heiligen Geest

maar

op

Vader en Zoon samenhing. Immers, in helften het werk van het Woord met

Er

verwisseld.

ren

%yns monds

gemaakt"

hun

al

;

wordt in de twee vers-

»Door het Woord des Hee-

en in de tweede

nu

hier

»En door den Geest

:

dat de Hebreeuwsche

bij,

de twee helften van eenzelfde vers dezelfde

in

is,

6

:

maar op twee wezenlijk onderscheidene manieren,

zaak,

men

Woord

dat het werk van het

hieruit,

werk van

het werk van den Heiligen Geest

Weet men

heir."

dichtkunde altoos gewoon

ziet

33

Ps.

staat toch in de eene vershelft:

hemelen

de

zijn

met het

aller innigst

het

in

uit te drukken,

dan

de schepping met het

scheppingswerk van den Heiligen Geest één was, maar zóó, dat de Heilige

Geest er toch nog

iets

eigendommelijks aan toevoegde.

noch in Ps. 33

er intusschen op, dat

Let

:

6,

noch

Job 33

in

4 enz.

:

de Heilige Geest met zijnen eigenen naam genoemd wordt. Er staat niet

»Door den Heiligen Geest al

hun

heir."

En evenzoo

de hemelen versierd",

hun

al

maar

heir",

Job 26

in

en in Job 33

13

:

4

:

»Door den Geest zijns inonds

:

»Door

:

Geest heeft Hij

xijneji

»De Geest Gods

:

heeft mij ge-

maakt."

Op

grond nu

dien

Schrift

Heilige

door velen beweerd, dat in deze uitspraken der

in

slechts

komt;

en

schept

door

niet

de7i

Heiligen Geest,

maar dat

als

derde Per-

in al deze plaatsen

het algemeen als de onderscheidinglooxe, ééne

in

dat, of er

van dien éénen God

hand,

zijn

of door zijn geest,

door

is

zijn

om

al

vingeren,

hiermee nooit

een menschelijke uitdrukking,

Dit gevoelen

van

gesproken werd;

Drieëenheid,

de

soon

God

adem

is

ganschelijk

iets

God

gezegd wordt, dat Hij

door

zijn

woord, door

anders kan bedoeld

zijn,

toont,

één

in

de

Wezen

enkele

iets

zijn

dan

aan te duiden, dat God zelf schiep.

intusschen, en terecht, steeds door de kerk weersproken.

Weersproken op grond, dat ook wel terdege het Oude Testament, slechts

voor-

uitspraken,

maar

niet

in geheel zijn innerlijke huishouding,

God en toch slechts men gepoogd, ook dit feit te En indien men dan zegt: »Maar

belijdenis der drie Personen, die alle drie zijn,

te

kennen.

Want

wel heeft

loochenen, maar door valsche uitlegging.

onze uitlegging

is

zoo goed

als

de uwe"

— dan stemmen we dit daarom niet

toe, overmits Jezus en zijne apostelen, die

op

onfeilbare wijze het

Woord

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen