Het werk van den Heiligen Geest - pagina 151

feUlTEN

De

Adam is aan allen, Adam leefde en viel als

schuld van

toegerekend.

Ons

SCHULD EX ZONDE.

leven

zedelijk

aller

die in zijn lendenen besloten waren,

ons aller geslachts- en verbondshoofd.

met

staat

zijn

Wij waren in hem. Hij droeg ons in

En deswege aan

al

nakomelingen, voorzooveel

zijn

zedelijk leven in ivortelverhand.

Zèjn lot besliste voor ous

zich.

zyn schuld door een rechtvaardig

is

ll.B

oordeel

lot.

Gods toegerekend

door den wil des mans, opvol-

zij

gend, uit zijn lendenen zouden geboren worden.

Tengevolge nu van deze erfschuld worden

wij

zonde ontvangen en in

in

gemeenschap aan de zonde geboren.

God

is

onze Schepper

komen we

pers

God

;

en, dat spreekt vanzelf, uit

Wie

zuiver en onbesmet.

rein,

maakt God

heeft mij zondig geschapen,

de hand des Schep-

dat anders leert en zegt:

van

tot een auteur

soonlijke zonde en heft het schuldbesef voor zijn eigene ziel op. niet en

mag

De

zonde,

zijn

per-

Dat kan

niet geleerd worden.

en hier meer bepaaldelijk de erfzonde, ontstaat dus niet in

ons door onze schepping uit de hand Gods, maar eerst door onze gemeen-

schap met ons zondig geslacht.

Onze persoon komt

van onzen vader en onze moeder. Dit en

geestes,

Schrift, dat

openbare

in

is

God ook

lutusschen

is

Toen God

licht ontstond, schiep

dag de aarde

is,

liet

God

zei:

met de

die

niet alle scheppen gelijk.

een middellijk scheppen.

gen

tegenspraak

Schepper

07ize

der Heilige

belijdenis

ook ons gemaakt

Er

is

»Daar

onmiddellijk.

niet uit de personen

tegen de ondeelbaarheid des

strijdt

heeft.

een onmiddellijk en er licht!" en er

zij

Maar

is

op dat zeg-

toen Hij op den derden

uitspruiten gras en kruiden, toen schiep Hij middellijk,

want Hij schiep uit de aarde.

En sten lijk

ditzelfde verschil

nu bestaat

mensch en het scheppen van geschapen.

We

zeggen niet:

uit stof.

Neen, maar

dat

Adam

wij

scheppen van den

er tusschen het zijn

nakomelingen.

zijn lichaam.

Adam

Adam zelf; Adam als persoon dat menschelijk wezen, Na hem daarentegen zijn al zijn nakomelingen ;

noemen.

gesteld van den wil des

tegelijk

van

we

dus

erfschuld

is

afhankelijk

mans en de dracht der vrouw.

rein en zuiver uit

Gods hand voortkomen, komen we

onder de erfschuld van Adam, die ons

deze

eer-

onmiddel-

Dit toch werd geformeerd

middellijk geschapen, want elke ontvangenis en elke geboorte

Terwijl

is

brengt

God

is

toegerekend, en ter wille

de Heere ons door onze ontvangenis en

geboorte in gemeenschap met de zoude van ons geslacht.

Hoe zooveel

dit toegaat, is een mysterie, dat nooit

staat

vast,

dat

dit inbrengen in de

iemand

zal

doorgronden; maar

gemeenschap der zonde van

ons geslacht plaats heeft door de voortteling, in geheel die wondere wereld,

die met de ontvangenis begint en eindigt in onze geboorte.

8

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen