Het werk van den Heiligen Geest - pagina 172

134

NIET ALS BIJ ONS.

Want

verliest.

wel volgt er in Joh. 11

xelven" maar vooral Geest

Heilige

aandoening

Jezus zien

bij

Hem

op

altijd

bewogen

38: »Jezus,

:

we

zijnde

hierin geen tegenstelling.

blijvende",

dan

kan

m

^zc/z-

Was

»de

van eenzelfde diepe

gezegd, zoowel dat Hij bewogen was in zichzelven, als

heide

dat »Hij ontroerd was in den Geest".

Doch hoe men ook deze uitspraken bovenstaande,

men

dat

verklare, in elk geval blijkt uit het

zeer verkeerd doet, door

Middelaarswerk, dat Hij

bij

de Jordaan begon en

bij

in

dat deel van Jezus'

de Paaschzaal besloot,

de werking, den invloed en de ondersteuning van den Heiligen Geest uit het oog te verliezen.

De

menschelijke natuur

volge

in

is

nu eenmaal

in

den raad Gods, en dientenge'

de schepping, aangelegd op inwerking van den Heiligen Geest.

Zonder die inwerking kan de menschelijke natuur komen, evenmin

niet tot haar ontplooiing

de rozeknop zich uitplooien kan zonder de inwerking

als

en den invloed van den gloed der zon. Gelijk het oor niet hooren kan en

dus geen oor

oog

is

zonder het geluid, en het oog niet zien kan en dus geen

is

zonder het

zoo ook

licht,

onze natuur geen volkomene mensche-

is

natuur zonder de instraling en inwoning van den Heiligen Geest.

lijke

Toen derhalve de Zoon de menschelijke natuur aannam, nam Hij haar zooals

ze

buiten

machte

w.

d.

is,

tot

met

ware

natuur, die

al

een

natuur, die

onbekwaam was

tot iets en

een heilig werk, anders dan door den Heiligen Geest.

Daarom dan werd menschelijke

als

z.

ontvangen

Hij die

Hij

van den Heiligen Geest, opdat de

aannam,

van meetaf begaafd en begiftigd

vermogens en eigenschappen, die haar

maken. Daarom werd

bij

rijk

zyn opgroeien dit door den Geest

en krachtig

in zijn

natuur

gelegde nu ook voorts door dien Heiligen Geest ontwikkeld en ontplooid.

Daarom werd

Hij tot zijn

ambt gewijd door mededeeling aan

zijn

menschelijke

natuur van de heerlijke ambtelijke gaven, die voor het Messiasambt vereischt waren, en waardoor Hij nu nog als Priester voor ons bidt en als Koning over

ons heerscht.

ambt

Maar daarom dan ook

Geest

men nu

vraagt

aan

Jezus'

Ten

namelijk

eerste

tegenstreving

der

Immers,

in

ten

slotte,

menschelijke

dan antwoorden we met

De

Hij op elke schrede van zijn Messias-

steeds door den Heiligen Geest geleid, gedreven, bezield en ondersteund.

En

alzoo.

is

of deze mededeeling van den Heiligen

natuur

te wijzen

dan

evenzoo toeging

vindt de Heilige Geest

goddeloosheid

als bij

ons,

op drieërlei onderscheid.

in

bij

ónze natuur altoos de

ons hart. Dit nu was

bij

Jezus niet

zijn menschelijk hart was zonde noch ongerechtigheid.

poel, die in óns hart, gelijk

in zijn hart niet op.

De

onze Confessie zegt, altoos opborrelt, welde

Heilige Geest had derhalve in Jezus' menschelijke

natuur niets te verdringen, niets te bestrijden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen