Het werk van den Heiligen Geest - pagina 159

DE HEILIGE GEEST IX HET

ziekten

l^IYSTERIE

haar slachtoffers waarneemt

bij

ik was, dat zich prikkelen

DER YLEESCHWORDIXG.

maar

;

toch, als er geen persoonlijk

En

zon hier geen zonde uitkomen.

liet,

121

de verbreking van het evenwicht tusschen de vermogens der

zoo ook die het

ziel,

verdonkeren van ons verstand, het vervalschen van ons gevoel en de verslapping van onzen wil na zich sleept, toch,

geen

er

als

Het

bleef alle zonde nit.

wel de hartstochten aan, maar

drijft

persoonlijk ik was, waarop dit kon werken,

geen

ik,

merk van zonde wordt op

eigen

dit bederf dus

eerst daardoor gedrukt, dat de menschelijke persoon, als ik, zich

als

nu

en

afgekeerd

heeft

God

één zondig verschijnsel verdoemelijk voor

nu vaste wet, dat

Is het

onze

geboorte dat

vanzelf,

aan

gerechtigheid;

2.

uit

met een

Ware nu de Middelaar ook

zonder oorspronkelijke

1".

ontredderd lichaam;

met een persoonlijk

4.

God

zondaren gebondcni, dan volgt hieruit

nature geboren Avorden:

harmonie; en

innerlijke

God

staat.

den onreine een onreine komt, en heeft

uit

voortteling

van

wij

van

die ontredderde ziel en dat verdorven lichaam

in

met een

3".

ik,

onzer een, d. w.

als

God

dat van

is

zonder

afgekeerd.

menschelijke

als

z.

ziel

mans geboren, dan zou dus ook de Heere Jezus zonder oorspronkelijke gerechtigheid, met een ver-

persoon, door den wil des

geboren

Christus

zijn

zwakt lichaam, met een disharmonische

en met een

ziel

dat van

ik,

God

lag afgekeerd.

Nu

daarentegen de Middelaar niet geboren

aannam

menschelijke iiersoon,

als

is

maar

slechts

mans,

maar door een werking van den Heiligen Geest

kan

er in

kan

dus

aannam,

om

onze

den Middelaar niet geweest

ook in

zwakheid

de

Hem

om

te begeeren,

:

een van

zijn

den

door

God

des

wil

ontvangen, nu

is

afgekeerd

wel was er in die gevallen natuur, wat

maar nooit

ons ik en onze natuur tegen

den

niet

ik,

der

prikkel

en

der natuur, die Hij uit onzen gevallen staat

is

geworden. Jezus' verzoeking en Jezus'

natuur

ook

en

geen oogenblik een zondig karakter gedragen hebben.

het concreet te zeggen

prikkelde

natuur,

God

in

Hem

strijd

Of

Hem

die prikkeling tot begeerte

lagen niet als

begeerden maar zóó, dat

ons zóó, dat

bij

zijn

aangenomen

begeerte tegen zijn heilig ik inzette,

maar nooit

overmocht.

Dientengevolge dient alzoo beleden, dat het eigen werk van den Heiligen

Geest

daarin

bestaan

persoon geschapen en

in

is,

één persoon met

het God-menschelijk zijn

heeft:

menschelijke

besmetting,

//,•

1".

dat

hier

niet een

maar een menschelijke natuur, zijn

goddelijke natuur vereenigde; en

Zoon aannam 2.

dat van

van den persoon van den Middelaar, die ook naar

natuur geestelijk leven bezat, afgeweerd

die ons ik en onze persoonlijkheid,

pelijke wijze,

nieuwe menschelijke die de

door onze geboorte

uit

is

de innerlijke

op een voor ons onbegrij-

onze moeder ondergingen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen