Het Calvinisme en de Kunst - pagina 23
23
het
bodcliuis,
heeft
ons
schoon niet buiten noch
Calvinisme
boven
den zin voor het kunst-
het leven,
maar juist in het
leven gekweekt
Op dv
de derde plaats uw aandat elk Nederlander de diepte van dit mysterie gepeild heeft, maar toch oefende Calvyns machtige opvatting van Gods vrijmachtig verkiezende genade invloed op heel onze nationale levensopvatting. Het cor ecclesiae deed zijn uitverkiezing vestig ik
in
Niet
daclit.
kloppingon gevoelen in alh; aderen der maatschappij. Electie heeft, met het oog op de kunst drieërlei in zich. Electie trekt het oog af van wat groot wil zijn, en boezemt voorkeur voor het kleine in. Vindt God er lust in, om zich te wenden tot een vergeten daglooner, die niets is, en om een verworpene naar de wereld te roepen tot prinselijke waardij in zijn Koniiü^rijk, dan verandert bij een volk, dat onder den indruk van deze electie leeft^ de waardemeter. Het jaagt niet koortsachtig meer naar wat schittert en hoog is, maar wendt zich ook op zijn beurt tot het schijnbaar nietige, en ontvangt zin, om in dit schijnbaar onbeduidende en alledaagsche iets rijks te zoeken het er in te tooveren en het er weer aan te ontlokken. Gevolg waarvan is, dat het op kunstgebied noch aan Grieksche mythologie, noch aan Heiligen of Heroën lust heeft, maar in elk voorwerp van het ordinaire leven een beduidenis ontwaart, om door kunstelectie iets, dat niets was, in een voorwerp van aller bewondering om te tooveren. Vandaar onze genreschool. Maar ook de uitverkiezing richt het oog op de menschelijke persoonlijkheid. Verkeerde het den bloode op het slagveld in een held, het deed ook den man, die de daad bestaan had, met vragende verwondering aanstaren. Electie ter zaligheid heeft ook in de Schrift tot breeder achtergrond een electie tot een levenstaak en een roeping voor een iegelijk in zijn werkkring Dit bracht rust in den levenstoon, schonk beslistheid voor twijfeling, en deed achter elk burger, die iets kostelijks bestond, dat wondere mysterie zoeken van de kracht die hem aandreef. Vandaar de voorliefde voor den mannenkop het weergeven van dien man niet als buste, maar ten voeten uit; en in onze Kegentenstukken eenerzijds die overweldigende macht van uitdrukking en karakter, en toch ook we^r dii* wondere harmonie, die hun kloeke gestalten en forsche liguren, door ze in geheinizinnigen lichtglans te doopen, saamsmelt en vereent. En eindelijk, electie (b'ingt in de diepte van het ellendige in en grijpt om te redden achter het sombere en gedempte der smart. En vandaar, naar
nu
;
;
—
•
;
—
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's
![Het Calvinisme en de Kunst - pagina 23](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/het-calvinisme-en-de-kunst/1888/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's