Het werk van den Heiligen Geest - pagina 78

DE CREATUURLIJKE MENSCH.

40

VII.

»E €BEATLURL1JKE MENSril. De

Geest Gods heeft mij gemaakt, en

de adem des Al machtigen heeft mij levend

gemaakt.

Job 33

:

4.

Zoo bleek ons dan, wat het eigen werk van den Heiligen Geest was de schepping van het xichtbaar

van

voortbrengen

in

die schepping grijpt plaats een

bestanddeelen, dat allerwegen in de Schrift als het

de

den

van

werk

bijzondere

heelal. Bij

Vader wordt geëerd;

de tweede plaats,

in

is,

noodig een schikken van die bestanddeelen, door er het stempel van godde Heilige Schrift met name

delijke wijsheid in af te drukken, iets, waarin

het werk van den Zoon doet uitkomen

maar dan ook moet,

;

plaats, het sluimerend leven in deze toegeschikte

nu

dat

en

werk van den Heiligen

Geest.

we dus

Altoos vinden

dezelfde heerlijke grondgedachte terug.

Het Eeuwige en Volzalige Wezen treedt met aanraking

;

en

nu,

dj(ar

schepping ^e?^7e/i-^ worden,

Heilige Schrift ons kennen als het meer bijzondere

de

leert

de derde

in

waar

die aanraking

zijn

eigen schepsel in levens-

God

van

aan

zijn

schepsel

plaats grijpt, gaat de onmiddellijke werking niet uit van den Vader, ook

van den Zoon, maar van den Heiligen Geest.

niet

Gods

kinderen, die uit vrije genade overgezet zijn uit den dood in het

weten, dat ze gemeenschap m£t

leven,

God hebben

;

en ze weten ook, dat

deze gemeenschap niet bestaat in overeenkomst van gezindheden of neigingen,

maar

is

zal

tempel van den Zoon geworden" van de7i Heiligen Geest /"

Wel den

zóó,

zelf:

gemeenschap

onze »Ik

en

toch

Geest

meer bepaaldelijk in

maar wel en

:

:

»Mijn

uitsluitend

tast

den

en

ook

met den Vader

is.

de Vader zullen komen en woning

Maar indaalt

;

noch ook

:

s>Mijn ziel ziel

is

een

»Een tempel

dat in dien Heiligen Geest ook de Christus ons nadert en in

Christus

immers

;

aan hun geestelijken

nu een kind Gods zeggen

van den Vader geworden^'

tempel

een

God

inwendige mystieke aanraking van

in een

inwendigen mensch. Maar nooit

De Heere bij

zei

u maken."

weet ieder oordeelkundig Bijbellezer, dat de Heilige

persoon

die

Persoon

des

menschen,

der heilige Drievuldigheid

en onmiddellijk

zijn

is,

die

inwendigen

mensch aanraakt.

De

tegenwerping, dat toch de Zoon vleesch

is

geworden en dus

in

nog

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen