Het werk van den Heiligen Geest - pagina 199

DE HEILIGE GEEST AMDERS IN HET NIEUW DAN IN HET OUD VEEBOND. 161 verandering

nen

wig

werd

onderging, had,

plaats

de

krachtdadig

op wien de werking vaubin-

geloovige,

wedergeboren

en

verzekerd

van

zijn

eeu-

heil.

Zoo hebben we dus nu reeds deze tegenwoordigheid en

voor

hel,

Er

geldt.

is

van

oost

den

en

de

in

1".

er is een plaatselijke overal-

in

de ruimte, die voor hemel

voor Israël zoowel als voor den heiden een geestelijke werking van den Heiligen Geest, die naar

2".

wel

hel,

werking

geestelijke

:

Geest

west,

keus gaat, en niet alomtegenwoordig niet

drie

Heiligen

in

maar

Israël,

zoodat ze wel

is,

den hemel, maar

in

En

niet bij de volken was.

deze

3".

óf van buiten af toekomende en deelt dan slechts

is

verliesbare gaven mede, óf ze werkt van hinneii uit het centrum der ziel en deelt dan mede een onverlieshaar goed van zaligheid.

Doch hiermee

is

Om

ook

nu nog het

verschil tusschen de werking des Heiligen Geestes vóór en na den Pinksterdag niet verklaard.

namelijk

Dusver Geest

oiJ

viel

bond

alleen

op

enkele,

voldoende,

niet

verschil duidelijk in te zien,

moet nog op

heel

anders gelet.

iets

des

dit

om

nog maar sprake van een werking van den Heiligen zichzelf staande

personen,

en

was volkomen

dit

ons het werk des Heiligen Geestes onder het

Maar

te verklaren.

als

Oude Verwe nu aan den Pinksterdag toekomen, is dit

meer genoeg. Immers, het eigenaardige en bijzondere van de werking Geestes op en na den Pinksterdag bestaat juist daarin, dat

Heiligen

Hij zijn werking ook kan uitstrekken tot een vereeniging

met elkander

in organisch

Er hoort wel helder

voor

te

eenige stellen;

van

geesten, die

verband staan. inspanning

van

ons

maar

men

zien zal,

gelijk

nadenken

toe,

bewegen

om

ons dit

wij ons toch

ook met deze opmerking nog geheel binnen de zeer gewone gegevens van onze Christelijke belijdenis.

God staande in

schiep zielen,

den éénen

de

menschheid

maar

Adam

als

niet

als

één geslacht.

gevallen en besmet

een aaneenrijging van op zichzelf

Vandaar, dat zijn.

Maar

alle

gelijk

menschenzielen

nu de schepping

van het menschdom niet was het afleveren van een aantal aparte menschen, maar het scheppen van een geslacht, dat geestelijk één en lotgemeen was, zoo heeft ook de nieuwe schepping in het rijk der genade niet de wedergeboorte van enkele op zichzelf staande individuen bewerkt, maar wel de opstanding van een nieuw geslacht, van een eigen volk, van een heilig priesterdom. En ook dit begenadigde geslacht nu, ook dit verkregen volk,

ook

dit geheiligd

priesterdom

is

organisch één en geestelijk lotgemeen.

11

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen