Het werk van den Heiligen Geest - pagina 87

TALENTEN EN GAVEN.

we

49

recht zouden hebben, Saul onder de verlosten

ontvangt

mee

te

tellen.

En

toch

den Geest des Heeren. Hij ontvangt dien na zijn zalving tot het ambt. Die Geest des Heeren blijft in hem en werkt op hem, zoolang

de voor dit koninklijk ambt verkorene

hij

Saul

Saul

door opzettelijke ongehoorzaamheid de

dat

Geest des Heeren van Saul

Blijkbaar

hier dus sprake

is

met zaligmakende

die

waarvan

werking,

weer

voor

Van

die

Psalm

altoos

hier

gesproken

van

hem

ambtelijke

zoo

51

lezen,

en dat sinds een tegenoverge-

van een werking van den Heiligen Geest,

wedergeboorte

niets

te

kan

wordt,

maken in

heeft.

Immers, de

iemand komen en toch

wijken, terwijl de zaligmakende werking wel

geschorst kan worden,

tijdelijk

niet heeft

genoemd) hem verschrikte.

geest (een booxe geest

stelde

Maar zoo

ambt verbeurd, of we

zijn

iveck,

blijft.

maar nimmer voor eeuwig verloren

gaven

moet hét dan ook verstaan,

Neem

roerend bidt:

als

gaat.

David

in

uiven Heiligen Geest niet van mij!

David had een ontzettend voorbeeld aan Saul voor oogen. Hij had gezien, wat er wordt van den man, dien de Geest des Heeren aan zichzelven overlaat, en zijn hart kromp van angst ineen bij de gedachte, dat ook in

hem

een booxe geest mocht varen, en dat zijn einde even droef als Sauls

dood op Gilboa mocht

zijn.

Saul, evenals Judas, eindigt

met zelfmoord.

En

voegen we nu, wat de Heilige Schrift ons over Bezaleël en Aholiab, over Othniël en Simson, over Saul en David, over Cyrus en Zerubbabel onderwijst, sa^m,

van

den

dan dient vastgesteld, dat

Heiligen

evenzoo een

^\\:erk^

Geest

in

elk

er wel terdege een eigen

ambacht en

des Heili^en Geestes te eeren

in is

ambt

elk

is,

werk

en dat er

in elk bijzonder talent

of in elke hoogere genialiteit, waardoor het aan enkelen gegeven werd, in

hun ambacht of

En

in

hun ambt bijzonder

deze onderwijzing hebben

Hetgeen meen,

ons

evenals

hier alle

ter harte te

toch geleerd wordt,

goede

den mensch, maar

niet uit

we

uit te blinken.

dingen, uit

God

is

nemen.

niet zoozeer, dat in het alge-

ook de gaven voor ambacht en ambt zijn.

Neen, maar er wordt geleerd, dat

deze

in

den

werkingen niet zoozeer het werk van den Vader, noch dat van Zoon, maar meer bijzonder het werk van den Heiligen Geest open-

baar wordt.

Een ping,

verbijzondering van het goddelijk werk, dat, evenals in dien zin te verstaan

is,

bij

de schep-

dat ook de talenten en gaven van

ambt

en ambacht wel uit den Vader hun oorsprong hebben, en door den Zoon

voor elks persoonlijken aanleg geschikt lijken persoon,

door hooger vonk, eerst

zijn,

maar dat

tot licht

ze alsnu in een iege-

ontstoken worden krach-

tens een werking van den Heiligen Geest.

4

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen